werkneemster/Stichting MEE Zuid-Holland Noord

Werkneemster is sinds 1998 in dienst. Sinds 2013 is zij arbeidsongeschikt wegens ziekte. Met ingang van 12 oktober 2015 is haar een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend. Werkneemster verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Zij legt aan haar verzoek een toerekenbare tekortkoming van werkgeefster ten grondslag, althans handelen in strijd met goed werkgeverschap. Zij vraagt betaling van een schadevergoeding gebaseerd op artikel 7:686 BW, althans 7:611 BW. Werkneemster heeft ter onderbouwing van haar verzoek aangevoerd dat werkgeefster de arbeidsovereenkomst slapend wil houden louter om te vermijden dat een transitievergoeding verschuldigd is.

De kantonrechter is van oordeel dat de enkele uitspraak van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat, in de situatie dat de arbeidsovereenkomst na toekenning van een WIA-uitkering slapend wordt voortgezet, de werkgever onfatsoenlijk handelt indien de voortzetting louter is ingegeven om betaling van de transitievergoeding te vermijden, nog niet betekent dat in een dergelijke situatie sprake is van een toerekenbare tekortkoming, althans handelen in strijd met goed werkgeverschap. Bovendien lijkt de minister op zijn uitspraak terug te komen, nu hij blijkens recente krantenberichten overweegt de transitievergoeding in dergelijke situaties te schrappen. Redengevend voor voormeld oordeel is dat de tekst van artikel 7:669 lid 1 BW door de vermelding van het woord ‘kan’ een bevoegdheid van de werkgever inhoudt. Niet gezegd kan worden dat de keuze de arbeidsovereenkomst slapend te maken betekent dat werkgeefster handelt in strijd met de redelijkheid en billijkheid. In de afweging daartoe is van belang dat werkneemster een uitkering voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten krijgt, terwijl werkgeefster de verplichtingen behoudt die aan een arbeidsovereenkomst zijn verbonden. Het enkel niet ontvangen door werkneemster van een schadevergoeding ter hoogte van de transitievergoeding betekent niet dat die afweging in haar voordeel dient door te slaan. Volgt afwijzing van het verzoek.