Afab Geldservice B.V./werknemer c.s.

Feiten

Werknemer was in de periode 2005-2006 werkzaam bij O&B Finance Nederland B.V. (hierna: O&B) in de functie van adviseur buitendienst. O&B is een voormalige zustervennootschap van (de rechtsvoorganger van) Afab Geldservice B.V. (hierna: Afab). Beide vennootschappen hebben zich beziggehouden met de bemiddeling en totstandkoming van krediet- en verzekeringsovereenkomsten. Aansluitend op het dienstverband bij O&B is werknemer voor de duur van zes maanden in dienst getreden van Zorgkrediet Financieringen B.V. (hierna: ZKF). Op basis van deze arbeidsovereenkomst heeft werknemer nog een periode dezelfde werkzaamheden voor O&B verricht. Met ingang van 1 januari 2007 is werknemer uit dienst getreden. ZKF was een zustermaatschappij van O&B. Per 1 januari 2010 is ZKF gefuseerd met Afab. O&B is medio 2013 ontbonden en geliquideerd. In de arbeidsovereenkomst tussen werknemer en ZKF is een geheimhoudingsbeding opgenomen. Werknemer is statutair bestuurder en aandeelhouder van bedrijf X. Via deze vennootschap voert hij als gemachtigde namens voormalige klanten van O&B/ZKF procedures tegen Afab. Thans zijn negen procedures tegen Afab aanhangig bij de Rechtbank Midden-Nederland, waarin bedrijf X optreedt als gemachtigde voor in totaal 125 eisers. In geschil is of werknemer als voormalig werknemer onrechtmatig jegens Afab handelt door tegen haar te procederen namens (voormalige) klanten en relaties van Afab met betrekking tot de wijze waarop de werkgever haar diensten heeft verleend en daarbij gebruik te maken van vertrouwelijke bedrijfsinformatie waartoe hij tijdens zijn dienstverband toegang heeft verkregen, daarmee tevens het geheimhoudingsbeding schendend.

Oordeel

Is werknemer gebonden aan geheimhoudingsbeding tegenover Afab?

De voorzieningenrechter stelt allereerst vast dat werknemer voormalig werknemer is van ZFK, die de rechtsvoorgangster is van Afab, zodat werknemer jegens Afab aan het geheimhoudingsbeding is gebonden.

Handelen werknemer en bedrijf X onrechtmatig?

Vervolgens staat de voorzieningenrechter voor de vraag of het verwijt van Afab aan het adres van werknemer en bedrijf X doel treft. Met het louter voor eigen financieel gewin gericht benaderen van klanten van de oud-werkgever, teneinde hen te bewegen te procederen tegen die oud-werkgever, vanwege de wijze van uitoefening van de core-business van die oud-werkgever en met gebruikmaking van kennis en wetenschap waarover wordt beschikt vanwege het dienstverband, wordt naar het oordeel van de voorzieningenrechter de grens van het maatschappelijk betamelijke overschreden. Dit kan onder omstandigheden anders zijn, bijvoorbeeld indien dit handelen erop gericht zou zijn een maatschappelijke misstand aan de kaak te stellen. Voorshands staat voldoende vast dat werknemer en bedrijf X op stelselmatige wijze voormalige klanten van – kort gezegd – Afab benaderd hebben met het aanbod voor hen op laagdrempelige wijze een gerechtelijke procedure tegen Afab te beginnen. Dit gebeurde in elk geval door middel van toezending een standaardbrief van bedrijf X aan voormalige klanten en middels de website koopsomclaim.nl, die exclusief gericht is op consumenten die in het verleden een koopsomverzekering hebben gesloten via een van de werkmaatschappijen van Afab Intermediaire Diensten Holding N.V. De website noemt expliciet Afab, ZKF en O&B. Werknemer en bedrijf X richten zich uitsluitend op (voormalige) klanten van Afab/ZKF en O&B en niet ook op klanten van andere kredietbemiddelaars. De voorzieningenrechter acht daarbij aannemelijk dat deze keuze is ingegeven door de (vertrouwelijke) bedrijfsinformatie en de kennis die werknemer tijdens zijn dienstverband bij O&B en later ZKF heeft opgedaan en waarop in de procedures tegen Afab zwaar wordt geleund. De voorzieningenrechter acht voorshands voldoende aannemelijk dat in de bodemprocedure, al dan niet na bewijslevering, zal komen vast te staan dat werknemer en bedrijf X klantgegevens hebben gebruikt waartoe werknemer tijdens zijn dienstverband toegang had en dat hij daarmee het geheimhoudingsbeding heeft overschreden. Naast klantgegevens maakten werknemer en bedrijf X gebruik van citaten uit stukken die enkel bestemd waren voor intern gebruik. Aannemelijk is dat in de bodemprocedure wordt vastgesteld dat werknemer hiermee het geheimhoudingsbeding overtreedt. De bovenstaande omstandigheden in onderlinge samenhang bezien leiden de voorzieningenrechter voorshands tot het oordeel dat werknemer onrechtmatig handelt jegens Afab als rechtsopvolgster van zijn oud-werkgever. Dat werknemer (mede) heeft gehandeld met de intentie een maatschappelijke misstand aan de kaak te stellen is gesteld noch gebleken. Voorts is aannemelijk dat sprake is van overtreding van het geheimhoudingsbeding, in elk geval voor wat betreft de klantgegevens en de bezoekrapporten. Ook het handelen van bedrijf X acht de voorzieningenrechter onrechtmatig. De handelingen van werknemer (bestuurder) kunnen aan bedrijf X worden toegerekend.

Betrokkenheid werknemer en bedrijf X bij reeds lopende procedures

De vordering die ertoe strekt dat werknemer zijn betrokkenheid bij de reeds lopende procedures staakt en gestaakt houdt, wordt afgewezen. Bij toewijzing van dit onderdeel van de vordering is niet alleen het belang van partijen in geding, maar ook dat van de eisers in de al lopende procedures. Met toewijzing van dit onderdeel van de vordering zal de facto worden bereikt dat deze zaken tot een voortijdig einde komen. Het is in de eerste plaats aan de rechter in deze aanhangige procedures om te oordelen over onrechtmatig handelen van werknemer en bedrijf X.