Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Humanitas voor dienstverlening aan mensen met een handicap/werknemer
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 30 januari 2017
ECLI:NL:RBOVE:2017:413

Stichting Humanitas voor dienstverlening aan mensen met een handicap/werknemer

Afwijzing (voorwaardelijk) ontbindingsverzoek. Het tot nog toe niet overleggen van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) levert geen disfunctioneren (d-grond) en/of verstoorde arbeidsverhouding (g-grond) op.

Feiten

Werknemer is op 10 oktober 2016 bij Humanitas in dienst getreden in de functie van ambulant begeleider. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Gehandicaptenzorg van toepassing. Bij brief van 27 oktober 2016 schrijft Humanitas aan werknemer: Hierbij delen wij je mede dat de arbeidsovereenkomst per 26 oktober 2016 is beëindigd, vanwege de ontbindende voorwaarde, het niet kunnen overleggen van een Verklaring Omtrent Gedrag, zoals beschreven in artikel 10 van je arbeidsovereenkomst. (…).’ Humanitas verzoekt – onder de voorwaarde dat de tussen haar en werknemer gesloten arbeidsovereenkomst nog bestaat – ontbinding van de arbeidsovereenkomst, primair vanwege disfunctioneren en subsidiair vanwege een verstoorde arbeidsverhouding.

Oordeel

Disfunctioneren

De kantonrechter oordeelt als volgt. Op grond van hetgeen door Humanitas is aangevoerd kan de kantonrechter niet concluderen dat werknemer zijn functie van ambulant begeleider niet goed uitoefende en dat hij ongeschikt is voor zijn werk. Als dat het geval was, zou dat mogelijk met behulp van scholing of begeleiding te verhelpen zijn. In het geval van werknemer gaat het om iets anders dat ontbrak (en nu nog steeds ontbreekt), namelijk een specifiek voor zijn functie bij Humanitas afgegeven VOG. Dat heeft ertoe geleid dat Humanitas werknemer niet kon inzetten zoals zij dat wilde, omdat voor de door werknemer te verrichten werkzaamheden de aanwezigheid van een VOG soms wettelijk vereist is. Dat maakt werknemer zelf niet ongeschikt voor het verrichten van de bedongen werkzaamheden, maar maakte hem voor Humanitas wel ongeschikt om in te zetten voor bepaalde opdrachten. Afgezien daarvan is tot op heden nog steeds niet komen vast te staan dat werknemer voor de functie bij Humanitas geen VOG zal kunnen verkrijgen. De primair aangevoerde d-grond is dan ook niet voldragen.

Verstoorde arbeidsverhouding

Humanitas stelt zich op het standpunt dat haar vertrouwen in werknemer ernstig is geschaad doordat werknemer bewust heeft verzwegen dat hij in het verleden met justitie in aanraking is geweest en dat hij daarom mogelijk een probleem had met de verkrijging van een VOG. Naar het oordeel van de kantonrechter gaat Humanitas op dit punt te kort door de bocht. Het is de VOG die objectief uitsluitsel geeft over de vraag of de werknemer met betrekking tot voor het werk relevante strafbare gedragingen met justitie in aanraking is geweest. De kantonrechter is daarom van oordeel dat werknemer niet verplicht was om in de gesprekken met betrekking tot de aanstelling bij Humanitas te noemen dat hij in het verleden in aanraking is geweest met justitie. Daar komt bij dat werknemer aanvoert dat hij er zelf in eerste instantie van uit was gegaan dat hij een VOG kon verkrijgen. Als hij er iets over zou zeggen, liep hij het risico om de baan waarop hij gesolliciteerd had niet te krijgen. Voorts is niet gebleken van concrete vragen die werknemer aanleiding hadden moeten geven iets te zeggen over zijn strafrechtelijke contacten met justitie. De kantonrechter acht het zwijgen over zijn justitiële contacten onder de gegeven omstandigheden onvoldoende om een verstoorde arbeidsverhouding aan te nemen. Daar komt bij dat in de onderhavige arbeidsovereenkomst geen concrete datum is opgenomen waarop een VOG beschikbaar moet zijn. Daarom had Humanitas werknemer alsnog de gelegenheid moeten bieden om binnen een bepaalde concrete termijn de VOG aan te vragen en te verkrijgen. Wanneer de VOG alsnog was verkregen, was er geen reden geweest voor een geschonden vertrouwen dan wel had het vertrouwen hersteld kunnen worden en kon de arbeidsovereenkomst worden voortgezet. De kantonrechter komt dan ook niet toe aan een ontbinding op basis van een voldragen g-grond.

Conclusie

Nu zowel de d- als de g-grond niet voldragen zijn wordt het voorwaardelijk ontbindingsverzoek van Humanitas afgewezen.