Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 31 januari 2017
ECLI:NL:GHSHE:2017:317
werknemer/Stichting Europees Instituut voor Bestuurskunde
Feiten
(Vervolg op AR 2016-0991.) Werknemer is sedert 1 maart 2009 in dienst van Stichting Europees Instituut voor Bestuurskunde (hierna: EIPA) als Senior Lecturer in Unit III-Europees Beleid. In de aanbiedingsbrief van 1 december 2008 bij de arbeidsovereenkomst is de navolgende tekst opgenomen: ‘I would also like to confirm the agreement that EIPA will cover the tuition fees for both your children at the International school X.’ Werknemer heeft twee kinderen, voor wie EIPA het schoolgeld voor het bezoek aan de primary school heeft betaald voor de schooljaren 2008-2009 tot en met 2012-2013. Op enig moment heeft EIPA werknemer laten weten: ‘(…) Referring to my letter of 1 December 2008, EIPA had agreed to cover the tuition fees for both your children at the International Primary School X. This agreement regarded a yearly contribution of € 8.000. I would like to inform you that EIPA is prepared to continue the payment of a contribution to the school fees of your children and reimburse an amount of € 8.000 per year, but will not cover the amount on top. Please note that invoice […] will therefore not be covered by EIPA.’ Werknemer vordert dat het hof zal verklaren voor recht dat partijen bij aanvang van de arbeidsovereenkomst zijn overeengekomen dat EIPA gedurende de duur van het dienstverband het schoolgeld voor de beide kinderen van werknemer zal betalen zolang deze basisonderwijs en voortgezet onderwijs volgen en om met ingang van het schooljaar 2015/2016 het schoolgeld voor de beide kinderen van werknemer te betalen zolang deze voortgezet onderwijs volgen. Bij tussenarrest heeft het hof geoordeeld dat de afspraak over de vergoeding van schoolkosten niet op zichzelf staat, maar deel uitmaakt van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst. Wanneer binnen het verband van de arbeidsovereenkomst een geschil ontstaat over de toepasselijke arbeidsvoorwaarden, dient bij het zoeken naar een oplossing voor dat geschil in acht te worden genomen dat partijen zich over en weer jegens elkaar hebben te gedragen als een goed werknemer en goed werkgever.
Oordeel gerechtshof
Het hof oordeelt als volgt.
Uitleg ‘schoolkosten’ nadat kinderen de basisschool hebben afgerond
Het hof is van oordeel dat EIPA, wanneer zij als onderdeel van de arbeidsvoorwaarden gedurende de schooljaren 2008/2009 tot en met 2013/2014 bijdragen in de schoolgelden heeft voldaan, handelt in strijd met het goed werkgeverschap door de vergoeding van schoolgelden volledig te staken op het moment waarop de kosten sterk oplopen door plaatsing van een van de kinderen op een internationale school voor middelbaar onderwijs. Kennelijk was ook EIPA van mening dat het volledig staken van de vergoeding niet redelijk was, gelet op het voorstel aan werknemer bij brief van 31 januari 2014 om deze kosten tot een maximum van € 8000 per jaar te blijven vergoeden. Anderzijds neemt het hof in aanmerking dat de keuze voor een bepaalde vorm van middelbaar onderwijs een keuze is die de ouders van de kinderen maken, waarbij van werknemer als goed werknemer mag worden verwacht dat hij in overleg treedt met EIPA over de financiële consequenties van een bepaalde keuze. Wanneer die keuze met zich brengt dat de kosten voor het onderwijs sterk oplopen, terwijl deugdelijke alternatieven voorhanden zijn die voor EIPA minder kosten met zich meebrengen, mag hij niet zonder meer verwachten dat EIPA de volledige schoolgelden blijft vergoeden. Werknemer vordert behalve een verklaring voor recht ook de betaling van nog onbetaald gebleven bijdragen in de schoolkosten. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat werknemer inderdaad ook na het afsluiten van de basisschool nog aanspraak kan maken op een vergoeding voor schoolgelden. De vraag is dan tot welk bedrag die aanspraak bestaat. Bij de beantwoording van deze vraag neemt het hof het aanbod van EIPA van 31 januari 2014 als uitgangspunt. Dat aanbod berust op de kennelijk gegroeide praktijk, volgens welke EIPA vanaf het schooljaar 2010/2011 ongeveer een bedrag van € 8000 per jaar aan kosten vergoedde. Voor het schooljaar 2013/2014 heeft EIPA € 8050 betaald aan schoolgeld voor dochter X. Het aanbod van EIPA bij brief van 21 januari 2014 sluit aan op de gegroeide praktijk en komt het hof niet onredelijk voor. Daarbij neemt het hof in zijn oordeel mee dat geen bijzondere feiten of omstandigheden zijn aangevoerd of gebleken op grond waarvan de kinderen van werknemer geen ander middelbaar onderwijs zouden kunnen volgen dan aan een relatief dure internationale school. Uitgaande van de redelijkheid van het aanbod van EIPA om € 8000 per jaar te vergoeden, is met de betaling van € 8050 de aanspraak van werknemer voor het schooljaar 2013/2014 voldaan.