Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Wiertz personeelsdiensten II B.V.
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 10 maart 2017
ECLI:NL:RBLIM:2017:2219

werkneemster/Wiertz personeelsdiensten II B.V.

Uitzendwerkgever is aan uitzendkracht transitievergoeding verschuldigd op grond van artikel 7:673 lid 1 onderdeel a onder 3 BW.

Feiten

Werkneemster is met ingang van 17 juni 2014 krachtens arbeidsovereenkomst (meer specifiek: een uitzendovereenkomst fase B) bij Wiertz in dienst getreden. Op 6 juli 2016 heeft werkneemster zich ziek gemeld. De uitzendovereenkomst is van rechtswege geëindigd op 14 november 2016. In geschil is of werkneemster recht heeft op de transitievergoeding.

Oordeel

Aanzegging is geen opzegging

Vooropgesteld wordt dat Wiertz, blijkens de inhoud van haar brief van 5 juli 2016, met die brief heeft voldaan aan de aanzegverplichting als bedoeld in artikel 7:668 lid 1 BW. De stelling van werkneemster dat deze brief moet worden aangemerkt als een opzegging door Wiertz – waarmee voldaan zou zijn aan het bepaalde in artikel 7:673 lid 1 onderdeel a onder 1 BW – houdt  geen stand.

Voldaan aan artikel 7:673 lid 1 onderdeel a onder 3 BW

Bij brief van 5 juli 2016 is door Wiertz aan werkneemster aangezegd dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen van rechtswege zou eindigen op 14 november 2016 en dat er nog slechts een ‘eindgesprek’ zou volgen, zodat werkneemster hiervan mocht uitgaan. Mitsdien moet ervan uit worden gegaan dat het initiatief tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst kwam van Wiertz. Uit het e-mailbericht van 14 oktober 2016 blijkt niet dat deze aanzegging expliciet door Wiertz vóór 14 november 2016 (datum einde arbeidsovereenkomst van rechtswege) is herroepen of herzien. Ook anderszins is dat niet uit enig overgelegd stuk gebleken, zodat niet is komen vast te staan dat Wiertz haar koers (einde arbeidsovereenkomst met werkneemster) heeft bijgesteld. Geoordeeld wordt dat is voldaan aan het bepaalde in artikel 7:673 lid 1 onderdeel a onder 3 BW. Door Wiertz is erkend dat de door werkneemster gemaakte berekening van de transitievergoeding correct is, zodat een bedrag van € 1068 bruto aan transitievergoeding toewijsbaar is.