Naar boven ↑

Rechtspraak

Roosterfabriek/werknemer
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 18 mei 2017
ECLI:NL:GHSHE:2017:2183

Roosterfabriek/werknemer

Ongeschiktheid voor nieuwe passende arbeid wegens verval van functie door invoering lasrobot, levert geen d-grond (maar een a-grond) op.

Feiten

Werknemer (geboren 1963) is als productiemedewerker sinds 1992 in dienst van werkgever. Het werk van werknemer (lasser) is grotendeels vervangen door een lasrobot. Werknemer (Turkse nationaliteit) spreekt de Nederlandse taal gebrekkig. Volgens werkgever is sprake van een d- en e-grond, omdat werknemer onvoldoende de Nederlandse taal machtig is waardoor hij niet goed inzetbaar is. De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen.

Oordeel

Het hof oordeelt als volgt.

Geen onwil Nederlandse taal te leren: e-grond afgewezen

Naar het oordeel van het hof heeft Roosterfabriek ook in hoger beroep onvoldoende gesteld en niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van verwijtbaar nalaten van werknemer, dat wil zeggen onwil van werknemer, om zich de Nederlandse taal eigen te maken. Werknemer heeft immers een tweetal cursussen gevolgd, waarvan één in 2016. Bovendien heeft Roosterfabriek de eerste 21 jaar van het dienstverband nimmer een probleem gemaakt van het taalniveau van werknemer.

Ongeschiktheid voor passende arbeid wegens verval van functie door lasrobot, levert geen d-grond (maar een a-grond) op

Nu de bedongen arbeid van werknemer niet of nauwelijks meer bestaat betekent dat naar het oordeel van het hof, zoals ook ter zitting aan de orde is gesteld, dat het hier feitelijk lijkt te gaan om het vervallen van de arbeidsplaats van werknemer vanwege de invoering van de lasrobot, en dat het in ieder geval niet gaat om de ongeschiktheid van werknemer voor de bedongen arbeid. De gestelde ongeschiktheid van werknemer betreft immers ander werk, het werk aan de montagemachine. Op grond hiervan is het hof van oordeel dat het verzoek van Roosterfabriek op de d-grond niet kan worden toegewezen.