Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/International Plywood B.V.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 14 juli 2017
ECLI:NL:RBROT:2017:5709

werknemer/International Plywood B.V.

Schending wettelijke verplichting tot raadgevende stem ten aanzien van het voornemen tot ontslag bestuurder is in de gegeven omstandigheden onvoldoende zwaarwegend om een voorziening te rechtvaardigen. Evenmin is sprake van strijd met de redelijkheid en de billijkheid. Schorsing en ontslag houden derhalve stand.

Feiten

Op 1 januari 2012 is werknemer bij International Plywood in dienst getreden. In de tussen partijen gesloten overeenkomst staat dat het om de functie van statutair directeur gaat, dat het (mede) een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is en dat de overeenkomst te allen tijde opzegbaar is, met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden voor de werkgever. Op 9 maart 2017 heeft International Plywood aan werknemer medegedeeld dat er bij de aandeelhouders onvoldoende vertrouwen bestaat in een goede voortzetting van het functioneren van werknemer. International Plywood heeft derhalve aangegeven dat zij de arbeidsovereenkomst met werknemer wil beƫindigen. Werknemer is vervolgens per direct op non-actief gesteld. Op 10 maart 2017 heeft International Plywood een brief naar haar klanten en relaties gestuurd, waarin staat dat werknemer met ingang van 9 maart jl. niet meer werkzaam is bij International Plywood. Op 20 maart 2017 heeft de algemene vergadering het besluit genomen tot ontslag van werknemer. Thans vordert werknemer wedertewerkstelling en schriftelijke rehabilitatie van werknemer in diens werkomgeving.

Oordeel

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt.

Schorsing en ontslag

Iedere bestuurder kan te allen tijde worden geschorst en ontslagen door het orgaan dat bevoegd is tot benoeming (art. 2:244 lid 1 BW). Dat is hier de algemene vergadering. Uit de overgelegde stukken bleek al van instemming met dit ontslag van 80% van de aandeelhouders. Op zich is dit al een meerderheid die statutair voldoende is voor het ontslag. International Plywood heeft ter zitting bovendien verklaard dat ook de aandeelhouder die de overige 20% van de aandelen houdt, instemt met dit besluit. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om te twijfelen aan deze verklaring.

Raadgevende stem

Een bestuurder heeft als zodanig een raadgevende stem in de algemene vergadering (art. 2:227 lid 7 BW). Werknemer had derhalve het recht om zijn raadgevende stem te geven (ook) ten aanzien van het voornemen tot zijn ontslag. Dit recht is geschonden. International Plywood erkent dat de termijn waarbinnen werknemer zijn zienswijze mocht geven op het voornemen tot zijn ontslag, nog niet was verstreken toen International Plywood op 10 maart 2017 haar brief deed uitgaan, aan haar klanten en relaties, met de mededeling dat werknemer niet meer voor haar werkte. Deze schending is in de gegeven omstandigheden echter onvoldoende zwaarwegend om een voorziening te rechtvaardigen. Het is echter weinig aannemelijk dat de raadgevende stem van werknemer tot een andere uitkomst zou hebben geleid, dan wel zal leiden, zo aan werknemer alsnog de mogelijkheid zou (moeten) worden geboden om deze stem uit te brengen.

Strijd met redelijkheid en billijkheid?

Het verlenen van ontslag is een vergaande discretionaire bevoegdheid van de algemene vergadering. Het beroep van werknemer op artikel 2:8 BW dient in de gegeven omstandigheden te falen. De schending van het recht van werknemer om zijn raadgevende stem uit te brengen, is daartoe, zoals gezegd, niet voldoende en van andere onregelmatigheden is geen sprake. Partijen verschillen van mening over de ernst van de aan werknemer gemaakte verwijten, maar een dergelijk verschil van inzicht maakt nog niet dat artikel 2:8 BW is geschonden. Van onbegrijpelijke verwijten is in ieder geval niet kunnen blijken. De voorzieningenrechter ziet dan ook geen aanleiding om een voorziening te treffen ter zake van het ontslag of de schorsing van werknemer. Indien werknemer schade heeft geleden door de voormelde premature mededeling en/of door schending van de statutaire bepaling dat een schorsing van een statutair bestuurder maximaal drie maanden mag duren, zal zich dit moeten oplossen in een eventuele schadevergoeding.

Rehabilitatie

De door werknemer gevorderde rehabilitatie zal eveneens worden afgewezen. Het premature van die mededeling is echter achterhaald door de feiten, nu de schorsing en het ontslag van werknemer standhouden in (in ieder geval) de onderhavige procedure. Een rectificatie zou dan als mosterd na de maaltijd komen en verwarring kunnen wekken bij de relaties van International Plywood.