Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 17 juli 2017
ECLI:NL:RBLIM:2017:6879
Stichting Praktijkonderwijs Roermond/werknemer
Feiten
Werknemer is op 1 februari 2007 bij Praktijkonderwijs Roermond in dienst getreden en vervult thans de functie van docent. In de periode van 15 januari 2015 tot 7 april 2015 heeft werknemer een verbetertraject gevolgd, waarna werknemer positiever en zichtbaarder is geworden. Op 15 februari 2016 heeft Praktijkonderwijs Roermond een gesprek gehad met de ouder en de begeleidster van een leerling van werknemer, leerling B. Zij hebben op 27 januari 2016 een schriftelijke klacht ingediend met betrekking tot het optreden van werknemer tijdens een huisbezoek. De klacht wordt gegrond verklaard. Praktijkonderwijs Roermond verzoekt de tussen haar en werknemer bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden op basis van primair de e-grond, subsidiair de d-grond en meer subsidiair de g-grond.
Oordeel
E-grond
De kantonrechter komt tot de conclusie dat geenszins is komen vast te staan dat werknemer bewust en moedwillig gerechtvaardigde wensen van Praktijkonderwijs Roermond naast zich neerlegt. In tegendeel, werknemer staat open voor wensen om zich aan te passen en rekening te houden met de belangen van de school. Ontbinding op basis van de e-grond afgewezen.
D-grond
Enerzijds heeft het opgestarte verbetertraject wel degelijk resultaat laten zien. Anderzijds is Praktijkonderwijs Roermond er niet in geslaagd het omstreden voorval met leerling B zodanig duidelijk uit de verf te laten komen dat het de kantonrechter duidelijk is geworden dat werknemer zou disfunctioneren. Zeker niet in die mate dat het dienstverband nu zou moeten eindigen. Ontbinding op basis van de d-grond afgewezen.
G-grond
Door collega’s, leerlingen en ouders te vragen een oordeel te geven over de persoonskenmerken van werknemer, heeft Praktijkonderwijs Roermond naar het oordeel van de kantonrechter een terugkeer van werknemer volstrekt onmogelijk gemaakt. De kantonrechter ziet namelijk niet hoe een leraar, die zo openlijk onderwerp is gemaakt van een onderzoek naar zijn functioneren, nog terug zou kunnen komen en met enig gezag zijn functie weer zou kunnen oppakken. De kantonrechter is van oordeel dat door deze handelwijze van Praktijkonderwijs Roermond een weg terug voor werknemer definitief is afgesneden. Daarmee staat vast dat er sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie.
Billijke vergoeding
De kantonrechter wijst een billijke vergoeding aan werknemer toe. Praktijkonderwijs Roermond heeft immers ernstig verwijtbaar gehandeld door in februari 2016 aan te sturen op zijn vertrek, bewust geen medewerking te verlenen aan voortzetting van het verbetertraject en re-integratie, en uiteindelijk in november 2016 een schoolbreed onderzoek uit te zetten waardoor werknemer feitelijk aan de schandpaal werd genageld. Een terugkeer op de werkvloer werd hierdoor volstrekt onmogelijk. De kantonrechter ziet de nodige aanwijzingen voor de vaststelling van de billijke vergoeding in de ‘Hairstyle’-beschikking (ECLI:NL:HR:2017:1187) en becijfert de billijke vergoeding op € 44.911 bruto.