Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer/Airport Parking Solutions B.V.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 18 juli 2017
ECLI:NL:GHAMS:2017:2965

Werknemer/Airport Parking Solutions B.V.

Vordering tot loondoorbetaling toegewezen, nu geen opzegging heeft plaatsgevonden en werknemer steeds bereid is geweest de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst na te komen.

Feiten

Werknemer is op 2 juni 2016 in dienst getreden bij Airport Parking in de functie van teamleider/chauffeur voor de duur van een jaar, op oproepbasis. Werknemer heeft in juni 2016 140,25 uur gewerkt, in juli 2016 132,25 uur en in augustus 2016 134,25 uur. Werknemer heeft op 16 september 2016 voor het laatst voor Airport Parking gewerkt; hij is na die datum niet meer opgeroepen door Airport Parking. Werknemer heeft Airport Parking er meerdere malen op gewezen dat hij ten minste nog een maand in de gelegenheid moet worden gesteld om te komen werken, omdat in zijn arbeidsovereenkomst een opzegtermijn van een maand is opgenomen. Op 28 september 2016 heeft Airport Parking aan werknemer bericht dat zij niet gehouden is een maand opzegtermijn in acht te nemen, dat werknemer op non-actief is gesteld en hij tot het eind van de arbeidsovereenkomst niet meer wordt opgeroepen. Bij brief van 13 december 2016 heeft de raadsman van werknemer aan Airport Parking bericht dat werknemer zich voor werk beschikbaar hield en houdt. Voorts heeft werknemer in eerste aanleg betaling van het achterstallig loon en het loon vanaf 1 januari 2017 tot 2 juni 2017 gevorderd. De kantonrechter heeft de vorderingen van werknemer afgewezen. Hij overwoog daartoe dat niet gebleken is dat werknemer zich na 16 september 2016 nog voor werk beschikbaar heeft gehouden. Tegen deze beslissing heeft de werknemer hoger beroep ingesteld.

Oordeel

Met betrekking tot de bereidheid van werknemer de overeengekomen werkzaamheden te verrichten kan worden vastgesteld dat hij zich niet bij de beslissing van Airport Parking om hem niet meer op te roepen heeft neergelegd. Meermaals heeft hij erop aangedrongen in de gelegenheid te worden gesteld (in ieder geval) nog een maand te mogen werken, omdat hij zonder inkomen zat. Daarnaast heeft werknemer blijkens de brief van zijn raadsman van 13 december 2016 aangegeven nog immer bereid te zijn de overeengekomen werkzaamheden te verrichten. Naar het oordeel van het hof heeft werknemer aldus voorshands voldoende aannemelijk gemaakt dat hij zijnerzijds steeds bereid is geweest de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst na te komen, maar heeft Airport Parking hem eenvoudigweg niet in staat gesteld de overeengekomen werkzaamheden te verrichten. Airport Parking heeft werknemer niet alleen op non-actief gesteld maar tevens aangegeven hem in het geheel niet meer te zullen oproepen gedurende de looptijd van de overeenkomst. Tegen deze achtergrond is het niet goed voorstelbaar dat van een werknemer die aangeeft het met deze beslissingen niet eens te zijn en desondanks te willen werken, kan worden verlangd voortdurend zijn bereidheid te tonen aan een werkgever die hem kennelijk niet tot het werk wenst toe te laten. In dit verband had van Airport Parking mogen worden verwacht dat zij de door haar gestelde afwezigheid van de bereidheid tot het verrichten van de overeengekomen werkzaamheden nader zou hebben toegelicht. Die toelichting is echter niet gegeven. De grieven slagen. Waar als hiervoor overwogen van de bereidheid van werknemer de overeengekomen werkzaamheden te verrichten kan worden uitgegaan, brengt het bepaalde in artikel 7:628 BW met zich dat Airport Parking in beginsel gehouden is het overeengekomen loon te betalen, omdat het niet verrichten van de overeengekomen werkzaamheden in dit geval in redelijkheid voor rekening Airport Parking als werkgever behoort te komen. Niet betwist is dat werknemer in de maanden juni, juli en augustus 2016 gemiddeld 135,58 uur heeft gewerkt. Dit levert het rechtsvermoeden in de zin van artikel 7:610b BW op. Het hof gaat daarom voorshands uit van een gemiddelde omvang van 135,58 uur per maand. Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en de vorderingen van werknemer zullen alsnog worden toegewezen.