Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Werzalit B.V.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 4 augustus 2017
ECLI:NL:RBROT:2017:6107

werknemer/Werzalit B.V.

Rechtsgeldig gegeven ontslag op staande voet in verband met betrokkenheid van werknemer bij een (concurrerende) shop-in-shop. Het handelen van werknemer schendt het in hem gestelde vertrouwen en zijn verplichting zich als goed werknemer te gedragen in ernstige mate. Werkgever heeft, ondanks een zorgvuldig onderzoek naar het incident, voortvarend gehandeld.

Feiten

Werknemer, thans 46 jaar oud, is op 1 mei 2011 in dienst getreden bij de rechtsvoorganger van Werzalit en is sedert 1 januari 2017 werkzaam in de functie van Verkoopleider Nederland. Tot 12 april 2017 was C medebestuurder en aandeelhouder van Werzalit. De echtgenote en dochters van C hebben in 1993 een eigen onderneming opgericht (Mopaco). De aandeelhouders van Mopaco zijn mevrouw X, Y en Z. Bestuurders van Mopaco zijn mevrouw X en werknemer (sinds 1 september 2013). Werknemer heeft een relatie met voornoemde Y. Ingevolge een uitnodiging van 16 maart 2017 heeft op 20 maart 2017 een gesprek plaatsgevonden tussen Werzalit en werknemer waarbij werknemer werd geconfronteerd met de resultaten van een onderzoek dat, naar de mening van Werzalit, concrete aanwijzingen inhield dat sprake is van een shop-in-shop-opzet binnen Werzalit en de betrokkenheid van werknemer daarbij. Enkele uren later is werknemer telefonisch ontslag op staande voet aangezegd. Bij brief van 21 maart 2017 is werknemer onder vermelding van de ontslaggronden op staande voet ontslagen. Die gronden komen – kort gezegd – neer op de betrokkenheid van werknemer bij de shop-in-shop-opzet binnen Werzalit en de schending van het verbod op nevenwerkzaamheden en het concurrentiebeding, alsmede overtreding van het geheimhoudingsbeding. Werknemer verzoekt onder meer vernietiging van het ontslag op staande voet.

Oordeel

Onverwijldheid

Werknemer heeft zich erop beroepen dat het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven gezien het tijdsverloop vanaf 22 februari 2017 tot 20 maart 2017. Na medio februari 2017 bekend te zijn geworden met een flyer waaruit zou blijken dat er sprake is van een schaduwonderneming, heeft Werzalit instructie gegeven tot het instellen van een onderzoek door Deloitte Forensic Services. Vast staat dat voordien er geen enkele reden bestond voor Werzalit om jegens werknemer enige verdenking te koesteren. Op 15 maart 2017 heeft Werzalit verlof gevraagd tot het leggen van conservatoir beslag, zodat zij op dat moment geacht wordt voldoende bekend te zijn geworden met de feiten die zij aan het ontslag ten grondslag heeft gelegd. Bij e-mail van 16 maart 2017 heeft Werzalit vervolgens werknemer uitgenodigd voor een gesprek op kantoor op 20 maart 2017. Pas bij die gelegenheid is werknemer geconfronteerd met de aan hem gerichte beschuldigingen. Na de verklaring van werknemer aangehoord te hebben heeft Werzalit vervolgens na intern beraad en juridisch advies, een paar uur later op 20 maart 2017 telefonisch op staande voet ontslagen. In feite komt het erop neer dat Werzalit pas vanaf maandag 27 februari 2017 van start kon gaan met het lezen en bestuderen van 2300 mails, althans een selectie van 500 mails waarin de zoekterm ‘Mopaco’ voorkomt. Dat dit onderzoek ruim twee weken heeft geduurd is gezien het tijdrovend karakter van het lezen van deze mails te verklaren. Gezien de ernst van de vermoedens en het feit dat die vermoedens zich ook uitstrekten tot de bestuurder van de vennootschap is het te rechtvaardigen dat Werzalit een gedegen en zorgvuldig onderzoek heeft laten uitvoeren, waarmee noodzakelijkerwijs enige tijd gemoeid is, alvorens tot de conclusie te komen dat sprake is van een onrechtmatige situatie. Werzalit heeft naar het oordeel van de kantonrechter tot zover met de vereiste voortvarendheid gehandeld.

Dringende reden

Werzalit verwijt blijkens de inhoud van de ontslagbrief van 21 maart 2017 werknemer dat hij Werzalit benadeeld heeft door zijn betrokkenheid bij een ‘shop-in-shop’-opzet binnen Werzalit, waarbij omzet bestemd voor Werzalit werd doorgeleid naar Mopaco, de onderneming waarvan werknemer bestuurder en zijn partner aandeelhouder is, alsmede de overtreding van het verbod op nevenwerkzaamheden en van het concurrentie- en geheimhoudingsbeding. De kantonrechter stelt vast dat er een opmerkelijke mate van verstrengeling bestaat tussen Werzalit en Mopaco. Naast deze opmerkelijke banden tussen beide vennootschappen stelt de kantonrechter vast dat de beide vennootschappen tot zekere hoogte elkaars concurrenten zijn, althans op sommige terreinen van hun activiteiten elkaar beconcurreren. Deze combinatie van gegevens rechtvaardigt het vermoeden dat sprake is van een onrechtmatige situatie en rechtvaardigt het onderzoek van Werzalit naar de activiteiten van zowel C als van werknemer. Door aldus te handelen schendt werknemer het in hem gestelde vertrouwen en zijn verplichting zich als goed werknemer te gedragen in ernstige mate.

Billijke vergoeding, transitievergoeding en concurrentiebeding

Nu reeds geoordeeld is dat Werzalit de arbeidsovereenkomst met werknemer op grond van een dringende reden onverwijld heeft opgezegd is er geen grond voor toekenning van een billijke vergoeding aan werknemer. Evenmin ziet de kantonrechter grond voor toekenning van de (subsidiair) verzochte transitievergoeding.