Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Stichting Site en Stichting voor Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Westelijke Zuid-Limburg

Een werkgever en werknemer kunnen afspreken dat in het kader van de tussen hen bestaande arbeidsovereenkomst uitvoering wordt gegeven aan een bepaalde cao, hoewel die eigenlijk niet op werkgever van toepassing is.

Feiten

Werknemer heeft van 16 november 2009 tot 1 augustus 2012 op grond van elkaar opvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten met Sité gewerkt in de functie van docent. In die periode heeft werknemer uitsluitend gewerkt in Leeuwborgh. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Beroepsonderwijs en volwassenenonderwijs (hierna: de cao) van toepassing. Na het einde van de arbeidsovereenkomst heeft werknemer de bovenwettelijke werkloosheidsuitkering op grond van de cao ontvangen tot 6 oktober 2015. Werknemer heeft op enig moment een bovenwettelijke werkloosheidsuitkering op grond van de bovenwettelijke werkloosheidsregeling aangevraagd bij WWplus. Dit verzoek is afgewezen, omdat WWplus niet de bovenwettelijke werkloosheidsregeling uitvoert voor Sité. Werknemer heeft daarna schriftelijk gecorrespondeerd met Sité en Leeuwenborgh en zich daarbij op het standpunt gesteld dat hij op grond van de cao recht heeft op een bovenwettelijke werkloosheidsuitkering. Dit is betwist en ook een tweede verzoek is door WWplus afgewezen. Werknemer heeft in eerste aanleg gevorderd voor recht te verklaren primair dat Leeuwborg de werkgever is en subsidiair dat Sité en Leeuwenborgh moeten worden gezien als een instelling in de zin van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB), zodat de Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling 2008 van toepassing is op de arbeidsovereenkomst. Daarnaast heeft werknemer vorderingen ingesteld tot uitkering op grond van de Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling 2008. De vorderingen zijn door de kantonrechter afgewezen, omdat werknemer een arbeidsovereenkomst had met Sité en zij niet een instelling in de zin van de WEB is. Werknemer komt in hoger beroep.

Oordeel

Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag of werknemer op grond van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst recht heeft op een uitkering op grond van de bovenwettelijke werkloosheidsregeling als bedoeld in de cao. Het gaat er daarbij om hoe de op de arbeidsovereenkomst van toepassing verklaarde cao in de verhouding tussen partijen doorwerkt. Daarbij is van belang dat de arbeidsovereenkomst is gesloten met Sité, terwijl de cao als zodanig alleen geldt voor Leeuwenborgh. Dit staat er echter niet aan in de weg dat een werkgever en werknemer kunnen afspreken dat in het kader van de tussen hen bestaande arbeidsovereenkomst uitvoering wordt gegeven aan een bepaalde cao. De omstandigheid dat Sité geen instelling in de zin van de WEB is en niet aan de cao gebonden is, vormt daarvoor op zichzelf geen beletsel. In zoverre houdt het vonnis van de kantonrechter dan ook geen stand. Partijen twisten over de reikwijdte van de cao in hun rechtsverhouding, waarbij Sité zich op het standpunt stelt dat de cao niet onverkort doorwerkt. Ten aanzien van de bovenwettelijke werkloosheidsregeling voert Sité aan dat zij nooit de indruk heeft gewekt dat de uitkering van toepassing zou zijn. Naar het oordeel van het hof kan dat standpunt niet worden gevolgd. De cao is van toepassing verklaard. Werknemer mocht er dan ook op vertrouwen dat de hele cao, inclusief bovenwettelijke uitkering, van toepassing was. Sité heeft verder aangevoerd dat de bovenwettelijke werkloosheidsregeling niet toegepast kán worden, omdat partijen niet voldoen aan de eisen voor toepasselijkheid van deze regeling. Sité stelt dat zij geen instelling is als bedoeld in de cao en werknemer daarom niet voldoet aan de voorwaarden om aanspraak te maken op de uitkering. Ook dit verweer wordt verworpen. Partijen kunnen desondanks overeenkomen dat Sité vrijwillig de uitkering betaalt. Niet valt in te zien dat dit voor Sité 'technisch onmogelijk' zou zijn. Ook het standpunt van Sité dat werknemer als flexibele arbeidskracht geen recht zou hebben op de uitkering wordt verworpen. De vordering om Sité te veroordelen aan werknemer de uitkering te verstrekken, is toewijsbaar.