Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Actor Bureau voor Sectoradvies B.V.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 16 februari 2021
ECLI:NL:GHARL:2021:1473
Werkgever mocht de toekenning van een leaseauto intrekken. De leaseregeling bevat een duidelijke voorwaarde met een minimale kilometernorm voor de toekenning van een nieuwe leaseauto. Werkneemster mocht er niet op vertrouwen dat hier sprake was van een vaste arbeidsvoorwaarde.

Feiten

Werkneemster is per 1 augustus 1999 bij Actor Bureau voor Sectoradvies B.V. (hierna: Actor) in dienst getreden en vervult sinds 1 januari 2004 haar huidige functie. Vanaf 1 september 2004 is aan haar een leaseauto ter beschikking gesteld. In de destijds geldende in de cao opgenomen leaseregeling is bepaald dat Actor een leaseauto aan een medewerker kan toekennen indien die medewerker structureel 15.000 of meer zakelijke kilometers per jaar rijdt, exclusief woon-werkverkeer. Werkneemster heeft sinds 2004 vier verschillende leaseauto’s gehad. Bij brief van 22 september 2016 heeft Actor werkneemster bericht dat zij na afloop van het leasecontract niet langer in aanmerking zou komen voor een leaseauto. Volgens Actor zijn de omstandigheden dusdanig veranderd (met de verhuizing van Actor van Zoetermeer naar Woerden zullen de meeste overleggen op kantoor plaatsvinden en is daarmee het aantal zakelijk te rijden kilometers aanzienlijk gereduceerd) dat niet te verwachten valt dat werkneemster boven de grens van jaarlijks 15.000 zakelijke kilometers gaat komen, zoals in de toen (en nu nog) geldende cao is opgenomen. Wel wordt aan werkneemster een (financiële) overgangsregeling aangeboden. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat het gebruik van een leaseauto een vaste arbeidsvoorwaarde voor haar is geworden. Volgens werkneemster heeft zij van het begin af aan (2004) nooit aan de ‘15.000 kilometer’-voorwaarde voldaan. Actor wist dit en heeft hierover nooit een opmerking gemaakt. Kernvraag in deze procedure is of Actor mocht besluiten om de toekenning van een leaseauto aan werkneemster in te trekken. De kantonrechter heeft die vraag bevestigend beantwoord.

Oordeel

De voorwaarde voor het minimumaantal kilometers betreft een onder een duidelijke voorwaarde toegekend recht op een leaseauto. Vaststaat verder dat werkneemster in ieder geval sinds 2015 niet meer aan deze voorwaarde voldoet. De vraag rijst vervolgens of werkneemster er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat het gebruik van een leaseauto, los van het aantal te rijden kilometers, inmiddels tot haar arbeidsvoorwaarden is gaan behoren. Toepassing van het toetsingskader van FNV/Pontmeyer in deze zaak leidt het hof tot het oordeel dat werkneemster er niet op mocht vertrouwen dat zij tot het einde van haar dienstverband recht had op een leaseauto. Voor dit oordeel acht het hof van belang dat werkneemster op een gegeven moment (al dan niet van aanvang af) wist of althans wel heeft moeten begrijpen dat het gebruik van de leaseauto in strijd was met de destijds (en nog steeds) geldende leaseregeling van minimaal 15.000 zakelijke kilometers per jaar, temeer omdat die regeling in de arbeidsvoorwaardenregelingen/cao (ook na wijzigingen) bleef staan. Zij had er rekening mee moeten houden dat waar Actor deze voorwaarde voorheen ‘soepel’ hanteerde, dit in de toekomst wel eens anders zou kunnen uitpakken, bijvoorbeeld omdat er minder ‘zakelijk’ met de auto zou worden gereden dan wel dat afspraken op kantoor zouden gaan plaatsvinden in plaats van bij de klanten. Van belang acht het hof verder dat het hier gaat om het gebruik van een leaseauto dat verband houdt met de functie die de werknemer vervult. Ook al is het zo dat aan het verstrekken van een leaseauto een zeker privévoordeel voor de werknemer is verbonden, dan is het niet zo dat de leaseauto uitsluitend vanwege dat privévoordeel voor de werknemer is gegeven. Tegen de achtergrond van het doel van het verstrekken van een leaseauto komt aan de werkgever dan ook een ruimere beleidsvrijheid toe. Dat laat onverlet dat er redenen kunnen zijn dat de werkgever voor het verlies van het privévoordeel een zekere compensatie biedt, maar dat is hier ook door de werkgever gedaan. Het nadeel dat werkneemster ondervindt door het wegvallen van de leaseauto is door Actor immers gecompenseerd in die zin dat zij gedurende de looptijd van haar leasecontract (tot eind november 2020) gebruik mocht blijven maken van haar leaseauto, waarna zij tot juni 2023 maandelijks een (aflopende) compensatie krijgt ter hoogte van het huidige leasebedrag. Na afloop van deze periode kan werkneemster aanspraak maken op een kilometervergoeding voor zakelijk gereden kilometers. Het feit dat werkneemster gedurende een lange periode de beschikking heeft gehad over een leaseauto terwijl zij niet aan de vereiste kilometervoorwaarde voldeed, doet onvoldoende aan het voorgaande af om tot een ander oordeel te komen.