Naar boven ↑

Rechtspraak

Gemeente Noardeast-Fryslân/ werknemer
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 6 december 2021
ECLI:NL:GHARL:2021:11189
Detentie komt in redelijkheid voor rekening van de werknemer, als gevolg waarvan de werkgever geen loon is verschuldigd. De gemeente heeft werknemer tijdens detentie echter geschorst. Op basis van de cao Gemeenten is de gemeente tijdens schorsing gehouden loon door te betalen.

Feiten

Werknemer is sinds 1 juli 2017 in dienst van de gemeente. Tussen werknemer en een collega van hem bij de gemeente is op enig moment – waarschijnlijk in de loop van 2018 – een affectieve relatie ontstaan. Deze relatie is kort nadien in een conflict geëindigd. In de nacht van 26 op 27 april 2020 heeft zich een ernstig incident voorgedaan, waarbij de collega in haar woning zwaar is mishandeld en er in die woning, waar de collega samen met haar dochtertje woonde, brand is gesticht. Werknemer is die nacht door de politie als verdachte aangehouden. De teamleider heeft de echtgenote van werknemer op 29 april 2020 bezocht. In dat gesprek is onder meer gesproken over het doorbetalen van het loon van werknemer. De gemeente heeft werknemer in een brief van 30 april 2020 meegedeeld dat hij met onmiddellijk ingang is geschorst tot 13 mei 2020. Verder is vermeld dat tijdens de schorsing het loon wordt doorbetaald. De schorsing is met twee weken verleend. Met een brief van 26 mei 2020 heeft de gemeente aan werknemer onder meer medegedeeld dat zij de schorsing verlengt tot 1 september 2020 maar ook het voornemen heeft om de salarisbetaling te staken omdat werknemer geen arbeid verricht door een oorzaak die in redelijkheid niet voor rekening van de gemeente hoort te komen. Om werknemer en zijn gezin de gelegenheid te bieden om op dit inkomensverlies vooruit te lopen, zal de gemeente het salaris doorbetalen tot uiterlijk 1 september 2020, zo staat verder in de brief. Per 1 september 2020 is de salarisbetaling aan werknemer gestaakt. De echtgenote van werknemer heeft met een brief van 14 september 2020 verzocht om hervatting van de loonbetaling, daarbij refererend aan wat de teamleider haar op 29 april 2020 en 27 mei 2020 heeft gezegd en stellend dat werknemer geschorst blijft. Daarop heeft de gemeente bij brief van l oktober 2020 afwijzend beslist. Op 26 april 2021 is werknemer in de strafzaak veroordeeld tot een gevangenisstraf van 13 jaar. In een brief van 11 mei 2021 heeft de gemeente aan werknemer meegedeeld dat zij met onmiddellijke ingang de schorsing van werknemer beëindigt en de salarisbetaling aan hem staakt. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2021 ontbonden op de g-grond. Hiertegen heeft werknemer geen hoger beroep ingesteld. Werknemer heeft achterstallig loon over de periode van 1 september 2020 tot en met 31 maart 2021 gevorderd. De kantonrechter heeft dit verzoek toegewezen. De gemeente komt hiertegen in hoger beroep.

Oordeel

Voorop staat dat het feit dat werknemer gedetineerd is, in de weg staat aan het verrichten van zijn werkzaamheden voor de gemeente. Het is daarmee deze detentie die de primaire oorzaak is van zijn verhindering om te werken. Dit is een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werknemer moet komen, als gevolg waarvan de werkgever geen loon is verschuldigd. Het door de werkgever schorsen van de werknemer voor zijn werkzaamheden nadat hij in detentie is geraakt, doet die risicoverdeling van artikel 7:628 BW, anders dan werknemer meent, in beginsel niet kantelen. De primaire oorzaak voor het niet verrichten van arbeid wordt daar immers niet anders van. In dit geval, zo staat tussen partijen vast, leidt een schorsing van een werknemer door de gemeente wel tot een verplichting om het loon door te betalen. Een schorsing van een werknemer door de gemeente is geregeld in artikel 11.4 van de Cao Gemeenten. Uit dit artikel volgt dat als de gemeente een schorsing oplegt, zij op basis van lid 3 gehouden is aan de betrokken werknemer het loon door te betalen. Over de periode dat de gemeente werknemer heeft geschorst (en de schorsing heeft verlengd) is zij dan ook salaris verschuldigd.