Naar boven ↑

Rechtspraak

Compaxo Fijne Vleeswaren B.V./werknemer
Rechtbank Den Haag (Locatie Gouda), 19 oktober 2021
ECLI:NL:RBDHA:2021:11616
De arbeidsovereenkomst van de werknemer die zich niet houdt aan de coronamaatregelen bij werkgever door in de quarantaineperiode naar het werk te komen kan niet worden ontbonden.

Feiten

Werknemer is op 8 maart 1993 bij Compaxo Fijne Vleeswaren B.V. (hierna: Compaxo) in dienst getreden als productiemedewerker. Hij volgt thans een re-integratietraject en voert enigszins aangepaste werkzaamheden uit. Werknemer is tijdens zijn verlof in mei 2021 naar Kaapverdië afgereisd om zijn zieke vader te bezoeken, terwijl voor dat land code oranje gold. Bij terugkeer uit dit land was een thuisquarantaineperiode van tien dagen in acht te nemen. Compaxo heeft hem daarop gewezen. De bij Compaxo geldende coronaregels zijn vermeld in haar interne notitie die zij in januari 2021 per e-mail aan haar werknemers, onder wie werknemer, heeft toegezonden. In de week van 3 mei 2021 heeft de vrouw van werknemer Compaxo benaderd met het verzoek om zijn verlof met een week te verlengen. Compaxo heeft dit toegestaan. Zij ging ervan uit dat de verlenging werd gevraagd wegens de in acht te nemen quarantaineperiode. Dit bleek niet het geval. Werknemer heeft Kaapverdië op 13 mei 2021 verlaten en zou op 15 mei 2021 in Nederland zijn aangekomen. Vervolgens is hij op 17 mei 2021 op het werk verschenen. Compaxo heeft hem toen dadelijk voor tien dagen geschorst, zonder doorbetaling van het loon, omdat hij zich bewust niet hield aan de landelijke quarantaine regels omtrent corona en hij zich ook niet heeft gehouden aan de binnen Compaxo geldende regels. Op 31 mei 2021 heeft werknemer zich op het werk gemeld, maar is toen door Compaxo weer naar huis gestuurd. Compaxo vordert dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbindt op de e- of g-grond.

Oordeel

De kantonrechter overweegt dat werknemer na zijn terugkomst uit Kaapverdië thuisquarantaine heeft moeten houden en dat hij, zoals hij heeft erkend, een fout heeft gemaakt door zich daaraan niet te houden en zich op 17 mei 2021 bij Compaxo op het werk te melden. De stelling van Compaxo dat werknemer tijdens het gesprek op 17 mei 2021 boos is geworden en heeft gezegd dat hij maling heeft aan de coronaregels, heeft werknemer voldoende gemotiveerd betwist. Indien bij wijze van veronderstelling wordt aangenomen dat werknemer tijdens het gesprek wél boos is geworden en heeft gezegd maling te hebben aan de coronaregels, geldt nog dat dit enkele incident – van andere incidenten is tijdens het ruim 28-jarige dienstverband van werknemer in deze procedure niet gebleken – niet heeft geleid tot een situatie waarin in redelijkheid van Compaxo niet meer kan worden gevergd om het dienstverband met hem voort te laten duren. Daarbij is, behalve de duur van het dienstverband, ook van belang dat werknemer na afloop van het gesprek, zoals hem is verzocht, op kennelijk normale wijze naar huis is gegaan om thuisquarantaine te houden. Van belang is verder dat zijn kortdurende aanwezigheid op het werk niet tot besmettingen heeft geleid. De test die de GGD op 21 mei 2021 bij hem heeft afgenomen was negatief. Bij de waardering van de feiten is verder in aanmerking te nemen dat werknemer, zoals hij dat onbetwist heeft verwoord, een ronduit beroerde positie heeft op de arbeidsmarkt, zodat de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst zijn leven ernstig zal ontwrichten. Het vorenstaande laat uiteraard onverlet dat Compaxo bij de strikte handhaving van de coronaregels op de werkvloer een evident en zeer zwaarwegend belang heeft en dat zij werknemer op 17 mei 2021 terecht naar huis heeft gestuurd om thuisquarantaine te houden. De inbreuk die werknemer op de belangen van Compaxo heeft gemaakt, is echter, mede gelet op de gevolgen die dit heeft gehad, te gering om de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst te rechtvaardigen. Het verzoek van Compaxo wordt om deze redenen afgewezen.