Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Dordrecht), 7 juli 2022
ECLI:NL:RBROT:2022:5494
Feiten
Werkneemster heeft van 1 januari 1977 tot 21 april 1988 gewerkt bij Du Pont De Nemours (Nederland) B.V., (hierna: Du Pont). Du Pont heeft tussen 1964 en 2004 in een fabriek in Dordrecht lycra geproduceerd. De lycravezel is door Du Pont zelf ontwikkeld en werd met name gebruikt bij het produceren van kleding. Bij het maken van lycra gebruikte Du Pont onder meer DMAc als oplosmiddel. Du Pont heeft de fabriek in 2004 verkocht. In 2006 is de fabriek gesloten. Werkneemster werkte als Lycra-inspectrice op de afdeling Inpak in de Lycrafabriek. Werkneemster vindt dat Du Pont onvoldoende maatregelen heeft getroffen om haar te beschermen bij het werken met DMAc, ten gevolge waarvan zij met allerlei ingrijpende medische problemen is geconfronteerd. Werkneemster vordert dat Du Pont wordt veroordeeld om aan haar € 103.788 te betalen aan vergoeding voor materiële en immateriële schade met wettelijke rente en proceskosten. Du Pont is het met de vordering niet eens.
Oordeel
Behandeling door één rechter
Deze zaak wordt behandeld door één rechter. Mede vanwege de maatschappelijke impact en de complexe juridische vraagpunten in deze zaken zou behandeling door drie rechters wenselijk zijn, maar de wet staat behandeling door drie rechters niet toe. De wet schrijft namelijk voor dat arbeidszaken door de kantonrechter behandeld worden en biedt voor dit type zaak geen ruimte om te verwijzen naar een meervoudige kamer (van drie rechters). Een uitspraak die is gedaan door niet het juiste aantal rechters is nietig.
Beslissing
Naar het oordeel van de kantonrechter is tijdens de procedure gebleken dat Du Pont veel heeft gedaan om haar werknemers te beschermen. Dat geldt ook voor bescherming tegen blootstelling aan DMAc. Du Pont heeft onderkend dat DMAc schadelijk kan zijn voor de gezondheid en zij heeft van meet af aan de in Amerika vastgestelde grenswaarden gehanteerd, ook toen deze in Nederland nog niet golden. Du Pont heeft verder maatregelen getroffen om de blootstelling aan DMAc te beperken en zij heeft de blootstelling gemeten met luchtmeters en met urinetests. Toch komt de kantonrechter tot het oordeel dat Du Pont hier onvoldoende heeft gedaan om blootstelling van haar werknemers aan een gevaarlijke hoeveelheid DMAc te voorkomen. Du Pont heeft op drie punten onvoldoende gedaan. Du Pont heeft namelijk niet voldoende aannemelijk gemaakt dat zij de blootstelling aan DMAc via de lucht altijd onder de vastgestelde grenswaarden heeft gehouden. Du Pont had bovendien moeten voorkomen dat haar werknemers door aanraking in direct contact kwamen met DMAc. Op deze gronden is Du Pont aansprakelijk voor de schade die werknemers hebben geleden als gevolg van blootstelling aan DMAc tijdens het werk. De kantonrechter stelt ten overvloede vast dat Du Pont haar werknemers onvoldoende heeft gewaarschuwd voor de mogelijke schadelijke effecten van DMAc.
Vervolg procedure
Du Pont heeft zich op het standpunt gesteld dat in verband met de beoordeling van de schade nog moet worden vastgesteld dat de ziektes en ander letsel van de werknemers zijn veroorzaakt doordat zij tijdens het werk aan DMAc zijn blootgesteld. De bewijslast op dit punt ligt bij de werknemers. De kantonrechter kan zich voorstellen dat (een van) partijen van dit vonnis in hoger beroep willen gaan. Omdat de beoordeling van de schade een complexe beoordeling zal zijn, is het praktisch als de mogelijkheid bestaat eerst duidelijkheid te verkrijgen over de aansprakelijkheid van Du Pont. In afwijking van de hoofdregel van artikel 337 lid 2 Rv zal tussentijds hoger beroep van dit tussenvonnis mogelijk zijn. Als hoger beroep is ingesteld wordt deze procedure geschorst. Als geen hoger beroep is ingesteld volgt een tweede zitting. Partijen wordt verzocht in dit geval verhinderdata over de komende vijf maanden op te geven. De kantonrechter gaat ervan uit dat partijen hierover met elkaar in overleg zullen gaan en de zaak eerder zullen opbrengen als zij afspreken dat zij geen gebruik maken van de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.