Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemers/Stichting Esdégé-Reigersdaal
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 29 juli 2024
ECLI:NL:RBNHO:2024:7690
Werkgeefster heeft een zodanig zwaarwichtig belang bij de overplaatsing van elf werknemers dat het belang van werknemers bij behoud van hun standplaats daarvoor moet wijken.

Feiten

Werknemers in onderhavige procedure (in totaal elf) zijn werkzaam bij Stichting Esdégé-Reigersdaal (hierna: Reigersdaal), een zorginstelling met meerdere locaties. In de arbeidsovereenkomst van werknemers is een eenzijdig wijzigingsbeding in de zin van artikel 7:613 BW opgenomen. Werknemers zijn allen werkzaam op dezelfde locatie.  Al in 2019 zijn op deze locatie problemen gesignaleerd en vijftien verbetervoorstellen gedaan door de afdeling Arbo en Gezondheid. Een van deze voorstellen was dat iedere medewerker zich moet verbinden aan de gezamenlijk uit te zetten visie en werkwijze. Op 21 januari 2024 hebben werknemers, met nog tien andere werknemers van dezelfde locatie, hun zorgen geuit over bewoners, collega’s en een onveilige sfeer. Op 6 februari 2024 hebben zij hierover ook een klacht ingediend bij de Klachtencommissie. Naar aanleiding hiervan heeft de Klachtencommissie op 12 maart 2024 geadviseerd de klacht ongegrond te verklaren. Wel heeft de Klachtencommissie geadviseerd externe hulpstappen te ondernemen gericht op het normaliseren van de onderlinge verhoudingen. Reigersdaal heeft dit advies overgenomen en heeft in het kader van dit laatste van alle klagers verlangd dat zij een verklaring ondertekenen met voorwaarden die betrekking hebben op een professionele werkhouding. Werknemers hebben Reigersdaal medegedeeld dat zij ervoor open staan om met externe hulp stappen te ondernemen, maar dat zij niet akkoord kunnen gaan met het ondertekenen van de verklaring. Reigersdaal heeft daarom in een brief van 10 april 2024 aan werknemers, ieder afzonderlijk, medegedeeld dat zij gebruik zal maken van het wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst. De dringende redenen die Reigersdaal hiervoor aanvoert, zijn gelegen in het ernstig tekortschieten in het leveren van kwalitatief goede en bedrijfsmatig verantwoorde zorg aan de cliënten, het geen vertrouwen hebben in de leidinggevenden en de weigerachtige houding om hierin positieve stappen vooruit te zetten. Werknemers zijn per direct overgeplaatst naar verschillende andere locaties van Reigersdaal. In onderhavige kortgedingprocedure vorderen werknemers onder andere dat de kantonrechter de overplaatsing ongedaan maakt en dat werknemers die terug willen keren naar hun oorspronkelijke locatie hiertoe in de gelegenheid worden gesteld.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. De kantonrechter is van oordeel dat het Reigersdaal als werkgever vrijstond van haar werknemers te verlangen dat zij de verklaring zouden ondertekenen alvorens het externe traject te starten. Daarbij neemt de kantonrechter het advies van de Klachtencommissie tot uitgangspunt waarin is bepaald dat Reigersdaal betrokkenheid mocht vragen van haar werknemers. Ook is van belang dat zo’n zelfde aanbeveling al in 2019 was gedaan. Dit betekent dat werknemers zonder goede gronden hebben geweigerd de verklaring te ondertekenen en dat Reigersdaal vervolgens mocht besluiten tot overplaatsing van de werknemers. De kantonrechter stelt daarbij voorop dat Reigersdaal als organisatie en werkgever verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de zorgverlening en de daarvoor benodigde personele inzet en een zekere mate van vrijheid heeft om keuzes te maken die zij in dit kader van belang acht. Hoewel werknemers een gerechtvaardigd belang hebben bij het behoud van hun standplaats, is het belang van Reigersdaal voldoende zwaarwichtig om dit belang van werknemers te laten wijken. Er is namelijk sprake van problemen op het gebied van zorginhoud, professionaliteit, collegiale samenwerking, administratieve organisatie, ziekteverzuim en financiën. Bovendien spelen de problemen al langer dan vijf jaar en zijn zij ernstig en hardnekkig. Daarnaast heeft Reigersdaal bij het nemen van het overplaatsingsbesluit de benodigde zorgvuldigheid in acht genomen. De conclusie is dan ook dat Reigersdaal naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter met een beroep op het eenzijdig wijzigingsbeding de werknemers mocht overplaatsen. De vorderingen van werknemers worden derhalve afgewezen.