Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 20 december 2024
ECLI:NL:RBMNE:2024:7003
Feiten
ASKA en WZOA zijn werkgeversorganisaties in de apotheekbranche. Zij zijn met CNV en FNV in onderhandeling over een nieuwe cao Apotheken. De cao Apotheken 2021-2024 liep tot 1 juli 2024. ASKA en WZOA zijn tot nu toe niet aan de eisen van CNV en FNV tegemoetgekomen. CNV en FNV hebben vanwege de impasse in de cao-onderhandelingen al verschillende collectieve acties georganiseerd. CNV en FNV hebben op 16 december 2024 aangekondigd dat er op 23, 24 en 27 december 2024 van 07.00 tot 20.00 uur een werkstaking plaatsvindt bij alle apotheken die de cao Apotheken toepassen, met uitzondering van zogenoemde dienstapotheken. ASKA en WZOA vorderen in deze procedure primair dat CNV en FNV op straffe van een dwangsom wordt verboden om in de periode 23 december 2024 tot en met 5 januari 2025 enige (lokale, regionale of landelijke) staking of werkonderbreking, dan wel enige andere collectieve actie, te organiseren bij de apotheken die de Cao Apotheken toepassen.
Oordeel
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat de staking valt onder artikel 6 aanhef en lid 4 Europees Sociaal Handvest (ESH). Op grond van artikel G ESH is beperking of uitsluiting van het recht op collectieve actie slechts gerechtvaardigd indien dat maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk is. De European Committee of Social Rights (ECSR) heeft in een recent oordeel van 24 januari 2024 benadrukt dat “restrictions or prohibitions can only be justified where the strike action entails a clear and present threat to life, health and/or liberties of persons”. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze situatie zich hier voordoet en dat een beperking van het recht op collectieve actie in dit geval dringend noodzakelijk is ter bescherming van de volksgezondheid en de rechten van kwetsbare mensen in onze samenleving. Apotheken hebben een zeer belangrijke functie in de gezondheidszorg. Als zij om de een of andere reden niet goed functioneren, kan dat directe en ernstige gevolgen hebben voor mensen die medische zorg nodig hebben. Omdat de aangekondigde landelijke staking in de kerstweek valt, leidt dit ertoe dat het merendeel van de apotheken dan gedurende negen achtereenvolgende dagen dicht zouden zijn. Dit is gelet op de belangrijke functie van de apotheken een zeer lange periode. De voorzieningenrechter is verder van oordeel dat ASKA en WZOA voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat de aangekondigde staking, gezien de duur en de timing ervan, een risico voor de volksgezondheid oplevert en dat patiënten door de sluiting van de apotheken – mogelijk onherstelbare – schade kunnen lijden aan hun gezondheid doordat zij niet op tijd de medicijnen krijgen die zij nodig hebben. Voorts wegen de conclusies van de Wetenschappelijke Sectie Openbaar Apothekers (WSO) en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP), die in dit geschil als onafhankelijke en deskundigen derde kunnen worden aangemerkt, voor de voorzieningenrechter zwaar. De WSO overweegt onder meer dat de apotheker ook tijdens een staking over voldoende personeel moet beschikken om ten minste de spoedzorg veilig te verrichten. De KNMP neemt het standpunt in dat de landelijke staking in de laatste weken van december te risicovol is, gelet op de effecten van voorgaande regionale acties. ASKA en WZOA hebben verder een groot aantal verklaringen van apothekers in het geding gebracht die grote bezorgdheid uiten over de effecten van de voorgenomen staking. De verklaringen bevatten ervaringen van apothekers tijdens eerdere regionale en landelijke actiedagen. Daarbij worden voorbeelden genoemd van patiënten die als gevolg van deze acties een serieus gezondheidsrisico hebben gelopen. Ook deze ervaringen en zorgen wegen voor de kantonrechter zwaar. Tot slot is de voorzieningenrechter er niet van overtuigd dat de veiligheidsmaatregelen die op 15 oktober 2024 tussen partijen zijn afgesproken voldoende zullen zijn om de gezondheidsrisico’s van de aangekondigde staking te ondervangen. Deze staking tijdens de Kerstweek is immers van een heel andere orde dan de eerdere, kortere stakingen. Gezien de conclusies van de WSO en de KNMP acht de voorzieningenrechter de gezondheidsrisico’s onaanvaardbaar groot. Dit alles betekent dat de primaire vordering om CNV en FNV te verbieden de voorgenomen staking te organiseren wordt toegewezen, met dien verstande dat de periode waarvoor het verbod geldt wordt beperkt van 23 tot 30 december 2024. Aan het opgelegde verbod wordt geen dwangsom verbonden; CNV en FNV hebben verklaard dat zij aan deze uitspraak zullen voldoen en de voorzieningenrechter heeft geen reden om daaraan te twijfelen.