Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Delta Consult NV
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12 september 2011
ECLI:NL:RBMID:2011:BW0704

werknemer/Delta Consult NV

Afwijzing compensatie fictieve opzegtermijn op grond van sociaal plan na ontbinding arbeidsovereenkomst. Derdenbeding en Baijingsleer

Werknemer is tot 1 april 2011 in dienst geweest van Delta. Bij beschikking van 17 maart 2011 heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbonden. Werknemer ontvangt vanaf 1 juli 2011 een WW-uitkering. Er was een sociaal plan van kracht op de reorganisatie die ten grondslag lag aan het ontbindingsverzoek. De kantonrechter heeft in afwijking van het sociaal plan een hoger bedrag aan ontbindingsvergoeding toegekend aan werknemer. Werknemer stelt dat hij conform het sociaal plan recht heeft op compensatie voor de door het UWV gehanteerde wachtperiode in verband met de fictieve opzegtermijn.

 De kantonrechter oordeelt als volgt. De regeling in het sociaal plan betreffende de vergoeding van 75% van het laatstgenoten salaris als compensatie voor de door het UWV gehanteerde wachttijd in verband met de fictieve opzegtermijn, is op te vatten als een onherroepelijk derdenbeding. In het sociaal plan is immers opgenomen dat die regeling, die geen deel uitmaakt van de Plusregeling, ook van kracht is indien werknemers het aanbod volgend uit het sociaal plan niet aanvaarden. Werknemer heeft toepassing van het gehele sociaal plan echter afgewezen, waardoor hij zich niet op het beding kan beroepen.

In het kader van de ontbindingsprocedure heeft werknemer betoogd dat de kantonrechter rekening moest houden met een fictieve opzegtermijn van vijf maanden. De kantonrechter heeft in zijn beschikking overwogen dat de inhoud van het sociaal plan niet de basis mag vormen waarop de hoogte van de vergoeding moet worden gebaseerd en heeft een ontbindingsvergoeding toegekend van € 208.405,35 bruto. De vordering, voor zover gebaseerd op de stelling dat een deel van het sociaal plan alsnog aanvaard is door de brief van 14 april 2011, dient op grond van de ‘Baijingsleer’ te worden afgewezen, omdat die voorziening al aan de orde is gesteld in de ontbindingsprocedure en de kantonrechter de aldaar gevraagde voorziening op dit punt niet heeft toegewezen. Volgt afwijzing van de vordering.