Kunstoffabriek Coevorden B.V./werknemer

Feiten

Werknemer is op 23 juli 2002 in dienst getreden bij KFC. Op 28 november 2016 heeft zich een incident voorgedaan op de werkvloer. Werknemer, die werkzaam was als ploegbaas, heeft daarbij met een andere werknemer, X, onenigheid gehad over de remote van een kraan. Werknemer heeft daarbij gezegd: ‘Jij bent een lastige jongen, ik zou jouw piemel eraf moeten snijden, dan kan je die als remote gebruiken.’ X is een gezinslid van Z, directeur van KFC. Werknemer is daarop geschorst. Op 1 december 2016 heeft een onderzoek/ondervraging plaatsgevonden, waarbij aanwezig waren: werknemer, Z en Y, bedrijfsleider en vertrouwenspersoon werknemer/werkgever. Van het onderzoek is een verslag opgemaakt. Werkgever heeft werknemer een brief uitgereikt waarin – kort samengevat – een disciplinaire maatregel is opgelegd aan werknemer, werknemer is geschorst en is aangegeven dat werkgever de mogelijkheden tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst gaat onderzoeken. KFC verzoekt de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1 onderdeel a BW, in verbinding met artikel 7:669 lid 3 onderdeel g BW. Werknemer verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen.

Oordeel

De zaak is aangehouden voor overleg tussen partijen over de mogelijkheid van het treffen van een regeling. Daarbij zouden partijen onder meer bezien of het mogelijk zou zijn dat werknemer via contacten van KFC of outplacement elders zou gaan werken. Partijen hebben geen overeenstemming kunnen bereiken. De kantonrechter ziet in de omstandigheden van deze zaak aanleiding om wederom een mondelinge behandeling te bepalen. De kantonrechter houdt iedere verdere beslissing aan.