Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Match International B.V. en Labourflex B.V.
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 25 oktober 2017
ECLI:NL:RBLIM:2017:10433

werkneemster/Match International B.V. en Labourflex B.V.

In kort geding is onvoldoende zekerheid om er op te kunnen vooruitlopen dat in de bodemprocedure geoordeeld zal worden dat sprake is geweest van overgang van onderneming. Loonvordering alleen jegens oorspronkelijke werkgever toegewezen. Verzoek om wedertewerkstelling afgewezen.

Feiten

Match exploiteert een uitzend- en detacheringsbureau en houdt zich tevens bezig met aanneming van werk in de ruimste zin van het woord. Vanaf 30 december 2010 vormen de heer X en Bella Participaties B.V. feitelijk het bestuur van Match. Werkneemster is sinds 25 oktober 2010 krachtens arbeidsovereenkomst in dienst van Match. Werkneemster ontvangt sinds 17 juli 2017 geen loon meer. Zij verricht de bedongen werkzaamheden vanaf 21 juli 2017 niet meer maar heeft zich steeds bereid en beschikbaar gehouden om die werkzaamheden uit te voeren. Op 20 juli 2017 heeft Match bij brief aan werkneemster zich op het standpunt gesteld dat Match per 1 april 2017 is overgenomen door Labourflex dan wel Grupacon en dat alle werknemers van Match daarom per die datum van rechtswege in dienst zijn getreden van Labourflex dan wel Grupacon. Werkneemster vordert in onderhavig kort geding onder meer hoofdelijke veroordeling van Match en Labourflex tot wedertewerkstelling, alsmede tot doorbetaling van het loon vanaf 17 juli 2017 tot het moment dat het dienstverband rechtsgeldig is geëindigd. Volgens Labourflex is van een overname van Match geen sprake. Weliswaar hebben er onderhandelingen plaatsgevonden aangaande een overname, doch na onderzoek was haar gebleken dat Match er financieel niet goed voor stond en heeft zij zich uit die onderhandelingen teruggetrokken. Wel heeft zij de medewerkers van Match terwille willen zijn en heeft zij hen een contract aangeboden, doch er zijn in totaal slechts 105 ‘flexwerkers’ op dat aanbod ingegaan en van de 19 medewerkers van Match die een vaste baan hadden zijn er slechts 3 bij Labourflex in dienst gegaan.

Oordeel

Vast staat dat werkneemster in ieder geval voor 1 april 2017 een arbeidsovereenkomst met Match had. Gesteld noch gebleken is dat die overeenkomst is opgezegd of op enige andere manier (anders dan door overgang van onderneming) op rechtsgeldige wijze is beëindigd. Het onderhavige geschil beperkt zich tot de vraag of het in redelijke mate zeker is dat in een bodemprocedure geoordeeld zal worden dat sprake is geweest van een overgang van onderneming. Zo nee, dan dient Match het loon door te betalen, zo ja, dan dient Labourflex het loon door te betalen. Daarbij dient niet uit het oog te worden verloren dat het Match is die zich op de door haar gestelde overgang van onderneming beroept en dat de bewijslast daarvan derhalve op Match rust. Naar het oordeel van de kantonrechter is voornoemde mate van zekerheid thans niet aanwezig. Dat betekent dat de kantonrechter er voorlopig nog van uit moet gaan dat geen overgang van onderneming heeft plaatsgevonden en dat Match dus nog steeds werkgever is van eiser. Het vorenstaande betekent dat de loonvordering inclusief de vordering aangaande de loonspecificaties jegens Labourflex zal worden afgewezen en jegens Match zal worden toegewezen. De gevorderde wedertewerkstelling is niet toewijsbaar, nu Match heeft gesteld dat werkzaamheden feitelijk niet meer voorhanden zijn, hetgeen door werkneemster niet althans onvoldoende is betwist.