Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/SoyBeanCompany B.V.
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 7 december 2017
ECLI:NL:RBLIM:2017:12058

werknemer/SoyBeanCompany B.V.

Werknemer wordt in zijn verzoek tot vernietiging van de opzegging met toepassing van artikel 7:686a lid 4 onderdeel a BW niet-ontvankelijk verklaard. Het verzoek is niet ontvangen binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd.

Feiten

Werknemer is met ingang van 21 augustus 2017 krachtens arbeidsovereenkomst bij SoyBeanCompany in dienst getreden. Op 31 augustus 2017 heeft werknemer rond het middaguur de werkplek verlaten en is hij naar het ziekenhuis gegaan. Een collega van werknemer heeft diezelfde dag telefonisch contact met werknemer opgenomen. Tijdens dat telefoongesprek is door de collega aan werknemer meegedeeld dat hij zich met onmiddellijke ingang als ontslagen kon beschouwen. Verder staat vast dat werknemer aan zijn collega te kennen heeft gegeven dat hij ten tijde van dat telefoongesprek in het ziekenhuis was. Bij brief van 1 september 2017 heeft SoyBeanCompany het ontslag van werknemer bevestigd. Hierin is opgenomen dat de arbeidsovereenkomst van werknemer binnen de proeftijd van een maand is beëindigd. Werknemer wordt onder meer verweten dat hij SoyBeanCompany niet goed geïnformeerd heeft over de momenten dat hij niet kon komen werken. Werknemer verzoekt onder meer vernietiging van de door SoyBeanCompany tijdens de proeftijd gedane onmiddellijke opzegging van de arbeidsovereenkomst, omdat die proeftijd niet in een door werknemer ondertekende versie van de arbeidsovereenkomst is overeengekomen.

Oordeel

In zijn verzoek tot vernietiging van de opzegging moet werknemer met toepassing van artikel 7:686a lid 4 onderdeel a BW niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat het verzoek niet is ontvangen binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Deze vervaltermijn is absoluut en moet indien nodig ambtshalve door de kantonrechter worden toegepast. Ter zitting heeft de kantonrechter aan werknemer gevraagd wat er in het telefoongesprek op 31 augustus 2017 aan hem is meegedeeld. Nu vaststaat dat tijdens dit telefoongesprek aan hem meegedeeld is dat hij per direct is ontslagen (en werknemer dit ook aldus heeft opgevat), is de arbeidsovereenkomst tussen partijen op die datum geëindigd. Het ingediende verzoek tot vernietiging van de opzegging is ter griffie ontvangen op 1 november 2017 en dat is niet binnen de hiervoor bedoelde termijn van twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Aan een inhoudelijke beoordeling van de door werknemer verzochte vernietiging van de opzegging wordt daardoor niet meer toegekomen.