werknemer/Office Depot International B.V.

Feiten

Werknemer is op 1 juni 2016 bij Office Depot International B.V. (hierna: Office Depot) in dienst getreden in de functie van accountmanager. Office Depot verkoopt en levert kantoorbenodigdheden in het binnen- en buitenland en heeft een vijftal poolauto’s in haar bezit, die (slechts) door medewerkers mogen worden gebruikt indien zij naar een zakelijke afspraak moeten reizen. Bij brief van 18 september 2017 is werknemer op staande voet ontslagen, nadat uit een door Office Depot verricht intern onderzoek is gebleken dat werknemer driemaal zijn poolauto heeft gebruikt zonder dat daarvoor een zakelijke aanleiding bestond. Werknemer verzoekt de kantonrechter thans het door Office Depot gegeven ontslag op staande voet te vernietigen. Office Depot verzoekt de kantonrechter – voor het geval het ontslag op staande wordt vernietigd – de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk te ontbinden op de e-grond c.q. g-grond.

Oordeel

Office Depot voert aan dat het bedrijfsbeleid, dat bepaalt dat het verboden is een poolauto voor persoonlijke doeleinden te gebruiken, duidelijk is en dat werknemer zich volledig bewust had moeten zijn van het feit dat zijn handelwijze niet is toegestaan en ook niet geaccepteerd kan worden. De kantonrechter volgt Office Depot in dit standpunt en oordeelt als volgt. Werknemer was van het bedrijfsbeleid ten aanzien van de poolauto’s op de hoogte en ondertekende in dit verband keer op keer een schriftelijke verklaring dat de poolauto niet voor persoonlijke doeleinden was gebruikt. De stelling van werknemer dat woon-werkverkeer niet als persoonlijk gebruik kwalificeert, wordt door de kantonrechter verworpen. Werknemer ontving namelijk maandelijks een reiskostenvergoeding van € 145 van Office Depot teneinde zijn eigen vervoer te kunnen bekostigen. Door desalniettemin 1338 kilometer te rijden met een poolauto van Office Depot, zonder daarvoor brandkosten te betalen, heeft werknemer zich bovendien verrijkt ten koste van Office Depot. De kantonrechter acht het handelen van werknemer dan ook zodanig ernstig dat van Office Depot in redelijkheid niet kan worden verlangd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De persoonlijke omstandigheden van werknemer maken dit oordeel niet anders. De stelling dat Office Depot had kunnen volstaan met het opleggen van een lichtere sanctie, zoals een (officiële) waarschuwing, wordt verworpen. De conclusie luidt derhalve dat het door Office Depot gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig is en in stand wordt gehouden.