Rechtspraak
werknemer/UMCG Ambulancezorg
Feiten
Op 1 februari 2008 is werknemer als ambulanceverpleegkundige bij UMCG Ambulancezorg in dienst getreden. In de cao UMCG Ambulancezorg is ten aanzien van de vergoeding van overwerk bepaald dat overwerk wordt vergoed in de vorm van tijd. Naast tijd wordt voor overwerk een geldelijke beloning toegekend. De vergoeding voor ‘tijd’ wordt uitgekeerd in de vorm van een compensatie-uur. Het compensatie-uur wordt verleend op een zo vroeg mogelijk tijdstip en op het tijdstip dat de werknemer dat wenst, tenzij de belangen van de werkgever zich hiertegen verzetten. In dat laatste geval wordt het compensatie-uur onder opgaaf van redenen geweigerd en bestaat de vergoeding uitsluitend uit geld. Op verzoek van werknemer worden de door hem gemaakte overuren gedeeltelijk in tijd gecompenseerd. Van de collega’s die het overwerk volledig in geld krijgen vergoed, wordt het volledige bedrag meegenomen in de berekening van de gemiddelde overwerktoeslag, terwijl ten aanzien van werknemer de compensatie in tijd niet wordt meegenomen in de berekening van de gemiddelde overwerktoeslag. Werknemer vordert onder meer te verklaren voor recht dat UMCG Ambulancezorg de vergoeding voor overwerk in tijd-voor-tijd mee dient te nemen in de berekening van de gemiddelde overwerktoeslag voor het vaststellen van de hoogte van de vakantieaanspraken en UMCG Ambulancezorg te veroordelen tot betaling van de achterstallige vakantieaanspraken met betrekking tot de gemiddelde overwerktoeslag.
Oordeel
Waar werknemer niet alleen vakantieloon over de aan hem uitgekeerde overwerktoeslag wenst te ontvangen, maar vindt dat ook een vergoeding van overwerk in tijd in de berekening van het vakantie-uurloon behoort te worden meegenomen, ziet werknemer er naar het oordeel van de kantonrechter aan voorbij dat de medewerkers die hun overwerkuren in geld doen uitbetalen ten opzichte van de medewerkers die hun overuren in tijd terugkrijgen, op jaarbasis per saldo meer gewerkte uren hebben en dus ook recht op vakantieloon over die meer gewerkte uren. De kantonrechter vermag niet in te zien waarom, zoals in het geval van werknemer, over niet-gewerkte uren wél een vakantieloon zou moeten worden uitgekeerd. Naar het oordeel van de kantonrechter stuit het beroep van werknemer op de genoemde jurisprudentie van het Hof van Justitie reeds af op het feit dat hij juist geen financiële vergoeding ontvangt voor de overuren die hij in het kader van de tijd-voor-tijdregeling terugkrijgt, zulks in tegenstelling tot de collega’s die die overuren laten uitbetalen. Nu zoals hiervoor is overwogen geen grond aanwezig is voor het toekennen van een vergoeding voor overwerk dat in tijd wordt gecompenseerd bij de berekening van het vakantie(uur)loon, brengt dat met zich dat toeslagen over een dergelijke vergoeding evenmin voor toewijzing in aanmerking komen. De kantonrechter wijst de vorderingen van werknemer af.