Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 13 december 2017
ECLI:NL:RBMNE:2017:6694

werknemer/werkgever

Geen sprake van een zwaarwegend bedrijfsbelang dat zich verzet tegen het opnemen van ouderschapsverlof door werknemer. Dat het mogelijk lastig is externe kandidaten te vinden voor vervanging van werknemer is niet doorslaggevend.

Feiten

Werknemer is sinds 1 maart 2010 in dienst bij werkgever, laatstelijk in de functie van inkoper/verkoper. Werkgever is een groothandelsbedrijf in vlees en vleeswaren en in wild en gevogelte. Werkgever heeft tweemaal een verzoek van werknemer om ouderschapsverlof op te nemen, afgewezen. Werkgever stelt hiertoe dat werknemer onmisbaar is in de bedrijfsvoering vanwege zijn specialistische kennis op het gebied van de inkoop en verkoop van 'cooked poultry'. Volgens werkgever is hij de enige in het bedrijf met die kennis, ervaring en de relevante contacten. Er zijn binnen het bedrijf geen anderen die hem op dat punt gedurende anderhalve dag per week kunnen vervangen. Werknemer betwist dit en vordert in kort geding dat werkgever wordt veroordeeld om werknemer in staat te stellen om ouderschapsverlof op te nemen.

Oordeel

Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter heeft werkgever de aanwezigheid van een zwaarwegend bedrijfsbelang dat aan het ouderschapsverlof van werknemer in de weg staat niet voldoende onderbouwd. Hoewel de kantonrechter aannemelijk acht dat werknemer binnen het bedrijf van werkgever een bijzondere positie bekleedt door op de markt van "cooked poultry” zowel in te kopen als te verkopen – en daarvoor ook navenant wordt beloond – heeft werkgever niet duidelijk gemaakt, en in elk geval niet onderbouwd, dat deze specifieke markt zulke bijzondere kennis of competenties vraagt dat afwezigheid van werknemer voor anderhalve dag per week onoverkomelijk is of dat zijn afwezigheid niet kan worden opgevangen door anderen. Werknemer heeft gesteld dat zijn functie voor een heel groot deel neerkomt op meer algemene commerciële in- en verkoopvaardigheden in de vlees- en gevogeltebranche. Dit heeft werkgever niet weersproken. Zij heeft gesteld dat een goede kennis van de invoervoorschriften, invoerheffingen en verkopers van wie "cooked poultry" wordt ingekocht onontbeerlijk is. Dat moge zo zijn, maar werknemer heeft daartegenover gezet dat die kennis toegankelijk is en snel te verwerven en werkgever heeft het tegendeel niet onderbouwd. Daarbij komt dat werkgever ook onvoldoende heeft onderbouwd waarom de twee door werknemer als mogelijke vervangers aangedragen collega's, al dan niet na een inwerkperiode, hem niet zouden kunnen vervangen gedurende zijn afwezigheid. Zij heeft niet gemotiveerd weersproken dat dit in de praktijk ook al het geval is, wanneer werknemer met verlof is of in het buitenland aan het werk. Het betoog van werkgever dat de heer X zich bezighoudt met andere takken van pluimvee en alleen gericht is op de Europese markt en dat het jaren geleden is dat de heer X een soortgelijke functie als werknemer heeft uitgevoerd, is in dit verband onvoldoende. Werkgever heeft niet weersproken dat X in staat is de werkzaamheden van werknemer uit te voeren. Zij heeft slechts gewezen op – niet nader toegelichte – "belemmeringen" en op het concurrentiebeding van X jegens zijn vorige werkgever. Hoe en in welke mate dit beding of deze "belemmeringen" daadwerkelijk beletten om gedurende de afwezigheid van werknemer taken van hem op te pakken of uit te voeren is echter niet nader toegelicht. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter heeft werkgever het verzoek van werknemer ten onrechte geweigerd.