Stichting Jeugdbescherming Regio Amsterdam/werkneemster

Feiten

Werkneemster is op 1 januari 2013 als gezinsmanager in dienst getreden bij Jeugdbescherming. Werkneemster is op 28 augustus 2017 met onmiddellijke ingang door Jeugdbescherming geschorst. De reden hiervan is dat werkneemster haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden door een compleet, niet geanonimiseerd en vertrouwelijk, NIFP-rapport per e-mail aan enkele collega’s en een aantal mensen buiten de organisatie te sturen, onder wie haar kinderen, hulpverleners, vrienden en familieleden. Op 6 september 2017 heeft een gesprek tussen partijen plaatsgevonden en bij brief van 8 september 2017 heeft Jeugdbescherming werkneemster op staande voet ontslagen. In de periode dat werkneemster geschorst was, heeft zij toch werkzaamheden verricht. Ook na de aanzegging van het ontslag op staande voet heeft werkneemster op eigen initiatief contact opgenomen met gezinnen en kinderen uit haar voormalige caseload. Werkneemster verzoekt de kantonrechter het ontslag op staande voet te vernietigen. Jeugdbescherming verzoekt als voorwaardelijk tegenverzoek de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van verwijtbaar handelen.

Oordeel

Onverwijld

Het naar buiten brengen van vertrouwelijke informatie vond plaats op 28 augustus 2017. Jeugdbescherming heeft in lijn met hetgeen hierover in de cao is bepaald op dezelfde datum met werkneemster gesproken en haar geschorst. Het aangekondigde nader onderzoek heeft vervolgens plaatsgevonden en in een gesprek – dat door toedoen van werkneemster eerst enkele dagen later kon plaatsvinden – is werkneemster met de resultaten hiervan geconfronteerd. Werkneemster heeft dit gesprek voortijdig verlaten. Vervolgens heeft Jeugdbescherming haar bij brief van 8 september 2017 ontslag op staande voet aangezegd. Het ontslag op staande voet is daarmee naar het oordeel van de kantonrechter onverwijld gegeven.

Ontslag op staande voet

De directe aanleiding voor het ontslag op staande voet is dat werkneemster met haar e-mailbericht plus bijlage van 28 augustus 2017 uiterst vertrouwelijke informatie naar buiten heeft gebracht. De kantonrechter overweegt dat dit zonder meer een ernstig te nemen misstap van werkneemster is. Zij was werkzaam in een werkgebied van kwetsbare gezinnen en personen waarbij gevoelige informatie en privacy van deze cliënten aan de orde van de dag is. Jeugdbescherming heeft erop gewezen dat zij mede om die reden uitgebreide protocollen en regelingen op het gebied van privacy kent en dat iedere werknemer en dus ook werkneemster hierin een speciale training krijgt. Niettemin acht de kantonrechter het handelen van werkneemster gezien alle omstandigheden niet ernstig genoeg voor een ontslag op staande voet. De kantonrechter heeft met name zwaar laten wegen dat het om een tot dan toe eenmalige misstap van werkneemster ging en de schade beperkt is gebleven nu werkneemster de betreffende e-mail in beperkte kring van vertrouwelingen heeft verspreid en – voor zover bekend – verdere verspreiding, mede door snel optreden van Jeugdbescherming, niet heeft plaatsgevonden. Verder heeft de kantonrechter acht geslagen op het feit dat werkneemster nog in een (laatste) fase van re-integratie verkeerde, na een langere periode van uitval wegens psychische klachten, de tragedie van het plotseling overlijden van een partner en de behandeling wegens borstkanker. Het verzoek van werkneemster om vernietiging van het ontslag zal daarom worden toegewezen.

Voorwaardelijk ontbindingsverzoek

Werkneemster was naar aanleiding van het voorval met de e-mail op 28 augustus 2017 waarbij zij vertrouwelijke informatie naar buiten bracht en de gesprekken die nadien met Jeugdbescherming hebben plaatsgevonden een gewaarschuwd mens. Niettemin ging zij haar eigen weg en is niet alleen doorgegaan met het delen van vertrouwelijke informatie met mensen van buiten Jeugdbescherming, maar schond ook professionele codes door ongevraagd gezinnen en kinderen te bezoeken en sommigen van hen van cadeautjes te voorzien. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst op grond van (ernstig) verwijtbaar handelen zonder toekenning van een billijke vergoeding en transitievergoeding.