Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Stichting Hoger Beroepsonderwijs Haaglanden
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 7 december 2017
ECLI:NL:RBDHA:2017:15593

werknemer/Stichting Hoger Beroepsonderwijs Haaglanden

<p>Hogeschool handelt in strijd met goed werkgeverschap door werkneemster, die met collega uit hetzelfde team is getrouwd, over te plaatsen. Onzorgvuldig gekozen tijdpad.</p>

Feiten

Werkneemster is sinds 1998 als docent in dienst van de Stichting Hoger Beroepsonderwijs Haaglanden (hierna: werkgeefster). In haar arbeidsovereenkomst is opgenomen dat haar standplaats Delft is ‘met dien verstande dat op een later tijdstip tewerkstelling op een andere vestiging van de door de werkgever in stand gehouden hogeschool kan plaatshebben’. Zij heeft sinds haar indiensttreding altijd in Delft gewerkt in het team technische bedrijfskunde. Werkneemster en haar man hebben elkaar in het team leren kennen en werken al bijna twintig jaar samen. Het team is vanaf 2015 zelfsturend. Werkneemster is een van de docenten die organisatorische taken uitvoert. Op een gegeven moment wordt duidelijk dat er problemen zijn in het team. Hierop wordt een extern bureau ingeschakeld om de situatie te onderzoeken en advies uit te brengen. Uit het rapport van het bureau volgt dat nauwelijks of geen gesprek plaatsvindt, de taakverdelingen weinig flexibel zijn en de kansen om beleid/besluitvorming te beïnvloeden ongelijk verdeeld zijn. Als voornaamste oorzaak voor deze problemen wordt de privérelatie van twee docenten uit het team aangewezen. Het bureau adviseert daarom, onder andere, een van de partners te herplaatsen. Werkgeefster gaat bij besluit van 5 oktober 2017 over tot het eenzijdig wijzigen van de arbeidsvoorwaarden van werkneemster, te weten het wijzigen van haar functie in die zin dat zij wordt geplaatst in een functie binnen de opleiding Small Business en Retail Management. Deze functie wordt uitgeoefend in een andere vestiging van werkgeefster. Werkneemster vordert ongedaanmaking van de overplaatsing en toelating tot haar oude werkzaamheden.

Oordeel

De kantonrechter laat in het midden of werkgeefster een zwaarwichtig belang heeft als bedoeld in artikel 7:613 BW. De wijze waarop werkgeefster het besluit tot overplaatsing heeft voorbereid en uitgevoerd kan namelijk in ieder geval niet de toets der kritiek doorstaan. In de eerste plaats wordt het gekozen tijdpad als niet zorgvuldig beoordeeld. Werkgeefster heeft niet aannemelijk gemaakt dat het niet mogelijk was nog langer in overleg met het echtpaar naar een oplossing te zoeken waarbij een van hen elders werd geplaatst. Daarbij speelt dat het echtpaar zich constructief heeft opgesteld. Ten tweede heeft werkgeefster niet aannemelijk gemaakt dat de voor werkneemster gekozen functie passend is. Het lijkt erop dat de keuze slechts is ingegeven door het feit dat voor deze functie vervanging nodig was in verband met een zwangerschap. Ten derde heeft werkgeefster niet gehandeld conform het advies van het externe bureau met betrekking tot de uitvoering van het advies. Werkgeefster heeft zich niet als een goed werkgever gedragen door te besluiten werkneemster over te plaatsen.