Naar boven ↑

Rechtspraak

Crestec Europe B.V./Arbovitale B.V.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 13 december 2017
ECLI:NL:RBMNE:2017:6160

Crestec Europe B.V./Arbovitale B.V.

Door werkneemster niet eerder door te verwijzen voor nader onderzoek heeft de arbodienst zijn zorgplicht geschonden en is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen. De loonsanctie die als gevolg daarvan door het UWV aan werkgever is opgelegd dient vergoed te worden door de arbodienst.

Feiten

Arbovitale verzorgt arbodienstverlening aan Crestec. Op 14 maart 2014 raakt werkneemster (van Crestec) arbeidsongeschikt. Er is sprake van werkgerelateerde overbelastingsklachten. Bedrijfsarts 1 adviseert dat werkneemster 2 x 2 uur per week re-integreert. Dit wordt uitgebreid tot 3 x 3 uur per week. Op 1 augustus 2014 valt werkneemster volledig uit. In overleg met bedrijfsarts 2 wordt het re-integratieprogramma even later weer hervat. Dit wordt gedaan in het tweede spoor. Op 17 maart 2015 valt werkneemster opnieuw volledig uit. Op 6 mei 2016 schrijft werkneemsters coach dat volgens haar sprake is van een burn-out. Werkneemster start op 31 augustus 2015 weer met 2 x 2 uur per week werken, waarna zij op 14 september 2015 opnieuw volledig uitvalt. Op advies van bedrijfsarts 3 hervat werkneemster nogmaals in het tweede spoor het re-integratieprogramma. In de spreekuurrapportage van bedrijfsarts 3 van 12 oktober 2015 schrijft zij dat sprake is van herstel, maar dat het wel iets trager loopt dan verwacht. Op 16 november 2015 heeft Crestec een gesprek met werkneemster. Zij krijgt de indruk dat het niet goed gaat met werkneemster en er ontstaat twijfel over de re-integratiebegeleiding door bedrijfsarts 3. Op 17 november 2015 valt werkneemster opnieuw volledig uit. Crestec vraagt op dezelfde dag een deskundigenoordeel van het UWV. Werkneemster wordt op verzoek van haar coach doorverwezen naar Psyq, omdat zij vermoedt dat sprake is van meer dan een burn-out. In het deskundigenoordeel van het UWV van 28 december 2015 staat de diagnose ‘burn-out, niet goed behandeld’. Werkneemster had in een veel eerder stadium doorverwezen moeten worden voor een duidelijke diagnose en behandeling. In het kader van een aanvraag voor een WIA-uitkering is werkneemster door een verzekeringsarts onderzocht. Uit zijn rapport blijkt dat sprake is van een ernstige surmenage bij een [diagnose]. Er zijn re-integratiekansen gemist, de diagnose is erg laat gesteld en de behandeling moet nog aanvangen. Het UWV legt een loonsanctie op. Crestec vordert schadevergoeding van Arbovitale ter compensatie voor de opgelegde loonsanctie.

Oordeel

Schending zorgplicht

De overeenkomst tussen partijen is zeer summier van inhoud. Het toetsingskader of werkneemster eerder doorverwezen had moeten worden wordt gevormd door de richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde ‘Eén lijn in de eerste lijn bij overspanning en burnout, Multidisciplinaire richtlijn overspanning en burnout voor eerstelijns professionals’. Vanaf welk moment bij werkneemster een burn-out bestond laat de rechter in het midden. In ieder geval bestond in augustus 2014 al aanleiding om werkneemster door te verwijzen voor een duidelijke diagnose en behandeling. De rechter stelt vast dat werkneemster na de afsluitingen van de behandelingen niet weer volledig haar eigen werk heeft hervat, maar steeds als gevolg van haar overbelastingsklachten arbeidsongeschikt is gebleven. Dit had voor de bedrijfsartsen aanleiding moeten zijn om haar voor nadere diagnostiek door te verwijzen. In het bijzonder heeft bedrijfsarts 3 met het opstellen van het werkhervattingsplan niet de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht in acht heeft genomen. Op het moment waarop zij werkneemster zag, was de verklaring van de coach beschikbaar, waarin zij schrijft dat naar haar mening sprake is van een burn-out. Deze verklaring, in combinatie met het gegeven dat werkneemster op 14 september 2015 was uitgevallen nadat een werkhervatting van 2 x 2 uur voor haar kennelijk al te veel was gebleken, had voor bedrijfsarts 3 aanleiding moeten zijn om werkneemster voor nadere diagnostiek door te verwijzen. Uit haar rapportage blijkt niet dat de re-integratie in het tweede spoor op dat moment zo goed verliep dat dit het ambitieuze werkhervattingsschema rechtvaardigde. Arbovitale is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst. Crestec mocht in de gegeven omstandigheden vertrouwen op de bijzondere deskundigheid van Arbovitale, zodat een beroep op eigen schuld niet slaagt.

Causaal verband

Uit voorgaande volgt dat de tekortkomingen van Arbovitale hebben geleid tot het opleggen van de loonsanctie en dat er dus een causaal verband is tussen de tekortkomingen van Arbovitale en de schade die Crestec als gevolg van de opgelegde loonsanctie heeft geleden. Crestec heeft aannemelijk gemaakt dat zij werkneemster zonder dat de loonsanctie zou zijn opgelegd na 104 weken arbeidsongeschiktheid zou hebben ontslagen. Arbovitale is daarom gehouden de schade van de loonsanctie te vergoeden.