Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Mulder Liftservice B.V.
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 22 januari 2018
ECLI:NL:RBLIM:2018:582

werknemer/Mulder Liftservice B.V.

Managing director op staande voet ontslagen wegens het verkondigen van onwaarheden aan klanten, het doorvoeren van onzorgvuldige declaraties en het factureren van niet-gewerkte uren.

Feiten

Werknemer is op 1 januari 1981 krachtens arbeidsovereenkomst in dienst getreden bij Mulder Liftservice B.V. (hierna: Mulder) in de functie van managing director. Mulder houdt zich bezig met de in- en verkoop, alsmede het installeren, repareren, onderhouden en moderniseren van liften, roltrappen en andere hijs- en transportwerktuigen. Op 14 augustus 2017 heeft Mulder een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter ingediend. Aan dit verzoek is ten grondslag gelegd dat werknemer de financiële verslaglegging over de periode van 2008 tot en met 2016 ten onrechte zou hebben gemanipuleerd. Op 3 oktober 2017 heeft Mulder het ontbindingsverzoek ingetrokken en op 6 oktober 2017 is werknemer op staande voet ontslagen. Mulder voert als redenen voor het gegeven ontslag aan dat werknemer: (1) meerdere opzeggingen van onderhoudscontracten door klanten niet heeft doorgevoerd en in dit verband onwaarheden heeft verkondigd teneinde de door klanten gedane opzeggingen te voorkomen, (2) instructies heeft gegeven contante betalingen te doen aan andere medewerkers van Mulder, waarover geen belasting en sociale premies zijn ingehouden, (3) ten onrechte persoonlijke onkosten heeft gedeclareerd als bedrijfsgerelateerde kosten en (4) op structurele basis meer uren heeft gefactureerd aan klanten dan de uren die daadwerkelijk door monteurs waren gemaakt. Werknemer verzoekt thans vernietiging van de opzegging.

Oordeel

Dringende reden 1 & 2: opzegging door klanten en contante betalingen

Uit het door Mulder aangeleverde bewijsmateriaal volgt dat werknemer ondergeschikte medewerkers van Mulder heeft geïnstrueerd bij opzegging door een klant het standpunt in te nemen dat: (a) dit niet mogelijk was, omdat de klant een driejarig contract had afgesloten terwijl het in werkelijkheid om een eenjarig contract ging dan wel (b) dat opzegging door de klant geen effect sorteerde terwijl die opzegging in feite wel geldig was. De kantonrechter oordeelt dat van werknemer mag worden verwacht dat hij erop toeziet dat ondergeschikte werknemers in geval van opzegging correct handelen. Daarnaast is komen vast te staan dat de opzeggingen uiteindelijk altijd op zijn bureau terechtkwamen. De kantonrechter concludeert dan ook dat werknemer, vanwege zijn voorbeeld- en leidinggevende functie als managing director, ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door evident onjuiste standpunten ten aanzien van opzeggingen door klanten in te (laten) nemen. Het verwijt dat werknemer ten onrechte instructies heeft gegeven contante betalingen te doen aan medewerkers van Mulder, is niet komen vast te staan, zodat de kantonrechter hieraan voorbijgaat.

Dringende reden 3: onterechte declaraties

Hoewel niet is komen vast te staan dat werknemer valse declaraties heeft ingestuurd, kan zijn declaratiegedrag evenwel als onzorgvuldig worden gekwalificeerd. Met de onzorgvuldige verantwoording van de door werknemer gedane declaraties, heeft hij naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende rekenschap gegeven van zijn voorbeeldfunctie als managing director. Juist van iemand in die positie mag worden verwacht dat bonnetjes nauwkeurig worden verantwoord; hetgeen thans niet het geval is.

Dringende reden 4: overfactureren van uren

Hoewel partijen van mening verschillen over de exacte omvang van het overfactureren door werknemer, heeft deze laatste niet betwist zich hieraan schuldig te hebben gemaakt. Werknemer voert in dit verband aan dat overfactureren al vanaf 1981 bij Mulder voorkomt en dat diverse directeuren van Mulder hiervan op de hoogte waren en deze werkwijze toestonden. Daarnaast is komen vast te staan dat werknemer onder druk stond van zijn directeuren om met Mulder ambitieuze omzetdoelstellingen te realiseren. Naar het oordeel van de kantonrechter kan hierin evenwel geen rechtvaardiging voor het factureren van niet-gewerkte uren worden gevonden. Het wordt evident bevonden dat het in rekening brengen van kosten bij klanten voor werkzaamheden die in werkelijkheid niet zijn verricht, ontoelaatbaar is. Het vorenstaande brengt met zich dat de gedragingen van werknemer, in onderlinge samenhang bezien, een dringende reden voor het ontslag op staande voet opleveren. Het verzoek tot vernietiging van de opzegging wordt derhalve afgewezen.