Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/NEW IPD B.V.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 23 januari 2018
ECLI:NL:GHAMS:2018:221

werknemer/NEW IPD B.V.

Werknemer stelt dat hij een contract voor onbepaalde tijd heeft en ontkent dat het zijn paraaf en handtekening is op het contract voor bepaalde tijd. Hof ziet na getuigenverhoor aanleiding tot het vragen van een deskundigenbericht.

Feiten

Het hof heeft in een tussenarrest van 1 december 2015 voorshands bewezen geacht dat tussen IPD en werknemer sprake was van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het hof heeft bij het tussenarrest IPD toegelaten tot tegenbewijs van deze stelling. IPD heeft als getuigen laten horen B (directeur van IPD) en N.C. Manshanden (directeur van Commandeur Accountants en Adviseurs, de accountant van IPD). Werknemer heeft als getuigen laten horen D (werkzaam bij Commandeur Accountants en Adviseurs), alsmede zichzelf. B heeft onder andere bevestigd dat productie 7H (arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 1e) een afdruk is van de destijds gesloten overeenkomst. Van dat eerste contract is een scan gemaakt die naar de accountant is gestuurd. B bevestigt dat productie 8H (arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 2e) de originele destijds gesloten overeenkomst is. B heeft verklaard zich te herinneren dat hij en werknemer het eerste contract (productie 7H) omstreeks 1 december 2011 tekenden. Het tweede contract is een paar dagen voor 1 december 2012 getekend. Hij heeft verklaard met werknemer nooit te hebben gesproken over het aangaan van een vast contract. Manshanden heeft onder andere verklaard dat hij de producties 7H en 8H herkent als de contracten die in het dossier van zijn kantoor zitten. Het is het advies van zijn kantoor om eerst een contract voor bepaalde tijd op te stellen. Hij heeft verklaard niet te hebben gecontroleerd wanneer de arbeidsovereenkomsten in het digitale dossier van zijn kantoor terecht zijn gekomen, maar hij acht het onwaarschijnlijk dat dat pas in 2014 is gebeurd, want binnen het kantoor geldt de instructie dat er geen salarisstroken worden uitgedraaid zonder een getekend contract. Hij gaat er daarom zonder meer van uit dat er op zijn kantoor zo’n getekend contract aanwezig was. D heeft verklaard dat zij ervan uitgaat dat zij de desbetreffende contracten (producties 7H en 8H) heeft opgesteld. Werknemer heeft verklaard dat de paraaf op de eerste pagina van productie 7H niet de zijne is en dat de handtekening bij het getypte woord werknemer op de tweede pagina van die productie ook niet de zijne is. Werknemer heeft verklaard dat de paraaf rechtsonder op de eerste pagina van productie 8H niet de zijne is, maar dat de handtekening bij het getypte woord werknemer op de tweede pagina van die productie wel de zijne is. Hij heeft verklaard met IPD nooit een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd te hebben afgesloten. De tweede pagina van productie 8H is door hem getekend later dan 1 december 2011.

Oordeel

Alvorens een oordeel over het al dan niet slagen van het ingebrachte tegenbewijs te geven, wenst het hof te worden voorgelicht door een deskundige over de mogelijkheid dat de stukken die (deels in kopie) als producties H7 en H8 zijn overgelegd, falsificaties inhouden. De betaling van het voorschot voor de kosten van dit deskundigenonderzoek komt ten laste van IPD en werknemer, ieder voor de helft. IPD en werknemer worden in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de door het hof weergegeven conceptvragen, alsmede welke persoon of personen als deskundige zou(den) moeten worden benoemd. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.