Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 2 februari 2018
ECLI:NL:RBROT:2018:1553
FNV Waterbouw/Van Oord
Feiten
Van Oord en FNV zijn partij bij de cao Waterbouw. Naast de cao geldt een separate regeling, te weten de Buitenlandregeling. Bij uitzending naar het buitenland is tijdelijk niet de cao van toepassing maar deze separate regeling. De cao bevat onder meer een ‘Wachtgeldregeling’. Hierin is opgenomen: ‘In het geval de overeengekomen arbeid niet is verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever komt, zal de werknemer maximaal vier weken 100 % van het vast overeengekomen loon ontvangen. (…) Voor de helderheid: dit is van toepassing in het geval de werkgever geen werk kan aanbieden.’ In de eerste bepaling van de Buitenlandregeling is opgenomen: ‘De uitzendvoorwaarden zijn van toepassing vanaf de dag dat de werknemer vertrekt naar het land van tewerkstelling. Deze uitzendvoorwaarden worden aangegaan voor de duur van de voorziene werkzaamheden en de opgebouwde verlofrechten. Na het verstrijken van de duur van de tewerkstelling in het buitenland en de opgebouwde verlofrechten vervalt de toepassing van de uitzendvoorwaarden.’ FNV heeft onder meer gevorderd om Van Oord te verbieden in een eerdere periode opgebouwde buitenlanddagen, cao-verlofdagen en cursusdagen af te schrijven voorafgaand aan de toepassing van de Wachtgeldregeling. Aan haar vordering heeft zij ten grondslag gelegd dat de wijze waarop Van Oord de Wachtgeldregeling toepast, in strijd is met de cao. Deze onjuiste toepassing is erin gelegen dat Van Oord na afloop van de uitzendperiode in het buitenland en het aansluitend op basis van deze uitzendperiode genoten buitenlandverlof niet direct de Wachtgeldregeling toepast maar eerst eenzijdig het uit een eerdere buitenlandperiode tegoed aan verlof, Nederlands vierploegenverlof en cursusverlof afschrijft. Van Oord hanteert de Wachtgeldregeling bovendien ten onrechte alleen wanneer er structureel geen werk kan worden aangeboden. De Wachtgeldregeling dient in alle gevallen waarin geen werk beschikbaar is te worden toegepast.
Oordeel
Bij de beoordeling van de vraag of de handelwijze van Van Oord in lijn is met de cao komt het aan op de vraag hoe de betreffende cao-bepalingen dienen te worden uitgelegd. Voor de uitleg van een cao-bepaling geldt de zogeheten cao-norm. Discussie bestaat over de periode waarin de Buitenlandregeling van toepassing is. Van Oord stelt dat toepassing van de Buitenlandregeling pas vervalt na afloop van onder andere de resterende verlofdagen uit een eerdere buitenlandperiode. Uit de tekst van deze bepaling valt niet op te maken dat onder ‘opgebouwde verlofrechten’ ook wordt verstaan resterende verlofdagen uit een eerdere buitenlandperiode. Vervolgens is de vraag of de Wachtgeldregeling geldt buiten ‘leegloopsituaties’. De Wachtgeldregeling strekt ertoe een loonaanspraak te bieden in geval er niet wordt gewerkt omdat geen werk kan worden aangeboden. Hieraan zijn geen nadere voorwaarden gesteld. De Wachtgeldregeling kan bovendien worden begrepen als een uitwerking van artikel 7:628 BW. Hierbij is niet relevant of er structureel dan wel korte tijd geen werk beschikbaar is. Gezien het voorgaande is de conclusie dat de Wachtgeldregeling niet is beperkt tot situaties waarin structureel geen werk beschikbaar is. Vervolgens is de vraag of Van Oord voorafgaand aan toepassing van de Wachtgeldregeling eenzijdig mag afschrijven op verlofdagen. Die vraag dient ontkennend te worden beantwoord. De recuperatiefunctie speelt bij deze verlofvormen evenals bij vakantie een rol. Om die reden zijn de wettelijke bepalingen betreffende vaststelling van vakantierechten relevant. Volgens artikel 7:638 BW kan de werkgever in beginsel niet eenzijdig de vakantie vaststellen. Bij het voorgaande dient in aanmerking te worden genomen dat een werknemer in de geschetste situatie op grond van artikel 7:628 BW recht heeft op loon. Indien Van Oord in dit geval eenzijdig verlofdagen zou kunnen aanwijzen, komt het niet beschikbaar zijn van werk alsnog voor rekening van de werknemer. De slotsom is dat Van Oord een onjuiste uitvoering geeft aan de in de cao opgenomen Wachtgeldregeling.