Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 12 maart 2018
ECLI:NL:RBNHO:2018:1927
werknemer/KMN Scooters Hoorn C.V. en Pechhulp on Demand C.V.
Feiten
Werknemer treedt op 3 januari 2017 in dienst bij werkgever X. Het betreft een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van een jaar. Op 20 juli 2017 meldt werknemer zich ziek. Op 14 augustus 2017 wordt werkgever X uitgeschreven uit het handelsregister. Werkgever Y is op 1 augustus 2017 opgericht en heeft mede als handelsnaam een naam die veel lijkt op de naam van werkgever X. Werknemer stelt zich op het standpunt dat sprake is van een overgang van onderneming. Hij vordert van werkgever Y schadevergoeding wegens het niet-nakomen van de aanzegverplichting en achterstallig loon.
Oordeel
Overgang van onderneming
Niet in geschil is dat werkgever X een economische entiteit vormde. Voor de vraag of de identiteit van die entiteit behouden is gebleven acht de kantonrechter het volgende van belang: werkgevers X en Y zijn gevestigd op hetzelfde adres, de huurovereenkomst van het pand op dat adres is opgezegd door werkgever Y, de klantenkring van werkgever X is door werkgever Y overgenomen, de bedrijfshandel van beide werkgevers betreft detailhandel in en reparatie van motorfietsen en onderdelen daarvan, de winkel en reparatieplaats aan voornoemd adres zijn ongewijzigd voortgezet, op de gevel van het pand aan dat adres staat nog steeds de naam van werkgever X, werkgever Y gebruikt hetzelfde telefoonnummer en dezelfde facturen als werkgever X, en een naam die zeer gelijk is aan de naam van werkgever X wordt gebruikt als handelsnaam van werkgever Y. Op basis van deze omstandigheden is sprake van een overgang van onderneming en zijn de rechten en verplichtingen tussen werknemer en werkgever X van rechtswege overgegaan op werkgever Y. Het tijdstip van overgang wordt bepaald op 14 augustus 2017; op deze datum is werkgever X uitgeschreven uit het handelsregister en omstreeks deze datum is de onderneming van werkgever Y gestart. De loonvorderingen worden toegewezen; werkgevers X en Y waren immers verplicht tot loondoorbetaling tijdens ziekte. Dat werknemer zich pas in december 2017 heeft gemeld, maakt dat niet anders. Werkgevers X en Y zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de vorderingen ontstaan vóór 14 augustus 2017; werkgever Y is aansprakelijk voor de vorderingen na 14 augustus 2017.
Vorderingen tot 14 augustus 2017
Als onbetwist staat vast dat werknemer tot 14 augustus 2017 recht heeft op loon. Werkgever Y voert als verweer dat hij niet beschikt over de (salaris)administratie van werkgever X en dat hij dit daarom niet kan controleren. Echter, dit komt voor zijn rekening en risico en kan niet worden tegengeworpen aan werknemer. Werkgevers X en Y worden hoofdelijk veroordeeld tot betaling. De wettelijke verhoging wordt gematigd tot twintig procent.
Vorderingen na 14 augustus 2017
De arbeidsovereenkomst heeft voortgeduurd tot 3 januari 2018. Vaststaat dat na 14 augustus 2017 aan werknemer geen loon is betaald. De loonvordering wordt daarom toegewezen. De wettelijke verhoging wordt gematigd tot twintig procent. Tevens wordt de vordering tot uitbetaling van niet-opgenomen vakantiedagen toegewezen. Ten slotte is de kantonrechter van oordeel dat werkgever Y niet aan zijn aanzegverplichting heeft voldaan door werknemer niet schriftelijk te informeren over voortzetting van zijn arbeidsovereenkomst. Ook de vordering tot schending van deze verplichting wordt daarom toegewezen.