Naar boven ↑

Rechtspraak

Thuiszorg Nederland B.V./werkneemsters
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 31 mei 2018
ECLI:NL:GHSHE:2018:2305

Thuiszorg Nederland B.V./werkneemsters

Transitievergoeding. Beëindiging arbeidsovereenkomst door oude werkgever bij concessiewissel en indiensttreding van werknemers bij nieuwe concessiehouder. Toepasselijkheid CAO VVT. Oude werkgever is transitievergoeding verschuldigd.

Feiten

Thuiszorg X exploiteert een thuiszorgorganisatie. In 2016 heeft zij via een aanbesteding voor de duur van één jaar werkzaamheden verricht binnen de gemeente Baarle Nassau. Thuiszorg X heeft de aanbesteding overgenomen van TSN Thuiszorg B.V. (hierna: TSN). Werkneemsters A tot en met D (hierna: werkneemsters) zijn op 5 januari 2010 in dienst getreden bij TSN in de functie van huishoudelijke hulp. Die arbeidsovereenkomsten zijn op 1 oktober 2015 beëindigd door middel van een beëindigingsovereenkomst. Op 1 oktober 2015 zijn werkneemsters in dienst getreden van Thuiszorg X. Op de arbeidsovereenkomsten is de cao voor de Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg 2016-2018 (hierna: CAO VVT) van toepassing. Thuiszorg X heeft de aanbesteding voor 2017 verloren. Werkneemsters zijn per 1 januari 2017 in dienst getreden bij Actiefzorg die de aanbesteding heeft verkregen. Door Thuiszorg X is voor werkneemsters een ontslagvergunning aangevraagd. Nadat deze door het UWV is verleend, heeft Thuiszorg X de arbeidsovereenkomsten op 20 maart 2017 met werkneemsters opgezegd per 1 mei 2017. Werkneemsters hebben verzocht Thuiszorg X te veroordelen om aan elk van werkneemsters een transitievergoeding te betalen. De kantonrechter heeft de verzochte transitievergoedingen toegewezen en Thuiszorg X veroordeeld tot betaling daarvan. Tegen dit oordeel keert Thuiszorg X zich in hoger beroep.

Oordeel

Werkneemsters baseren hun verzoek tot betaling van de transitievergoeding op artikel 9.7 leden 2 en 3 van de CAO VVT. Thuiszorg X heeft zich tegen het verzoek van werkneemsters verweerd met de stelling dat de arbeidsovereenkomsten met werkneemsters feitelijk zijn geëindigd op 31 december 2016 (en niet pas op 1 mei 2017 ten gevolge van de opzegging door Thuiszorg X), zodat artikel 9.7 van de CAO VVT toepassing mist daar dat artikel in werking is getreden per 1 januari 2017. Dit verweer faalt. Voorop gesteld wordt dat een arbeidsovereenkomst niet kan eindigen zonder dat er enige beëindigingshandeling heeft plaatsgevonden. De enkele indiensttreding van werkneemsters bij de nieuwe concessiehouder per 1 januari 2017 en het per die datum stoppen van hun werkzaamheden voor Thuiszorg X zijn dan ook onvoldoende om de arbeidsovereenkomst met Thuiszorg X te laten eindigen. De arbeidsovereenkomsten zijn pas geëindigd per 1 mei 2017 door de opzegging door Thuiszorg X. Artikel 9.7 van de CAO VVT was toen reeds van kracht. Daar komt bij dat door werkneemsters onweersproken is gesteld dat al vóór 1 januari 2017 de regeling gold die met ingang van 1 januari 2017 in artikel 9.7 CAO VVT is opgenomen. De regeling was tot die tijd opgenomen in een afzonderlijke (AVV verklaarde) CAO Transitievergoeding VVT met een looptijd van 1 juli 2016 tot en met 31 december 2016. Thuiszorg X heeft het voorgaande niet betwist. Voorts stelt Thuiszorg X dat – niettegenstaande de opzegging door Thuiszorg X – werkneemsters geacht moeten worden op eigen initiatief hun arbeidsovereenkomst met haar te hebben beëindigd, zodat zij jegens Thuiszorg X geen aanspraak kunnen maken op een transitievergoeding. Thuiszorg X leidt zulks af uit de parlementaire totstandkomingsgeschiedenis van artikel 7:673 BW. De verwijzing van Thuiszorg X naar de parlementaire geschiedenis kan haar niet baten. Uit de bewoordingen van lid 2 van artikel 9.7 van de CAO VVT kan niet anders worden afgeleid dan dat de CAO VVT werkneemsters een rechtstreeks recht op de transitievergoeding toekent, dat losstaat van het recht op een transitievergoeding op grond van de wet. Aangezien de transitievergoedingsregeling in de CAO VVT een gunstiger regeling inhoudt wegens het vastgestelde vloerbedrag dan de wettelijk geregelde transitievergoeding, gaat de regeling in de CAO VVT vóór op de wettelijke regeling van de transitievergoeding op grond van artikel 7:673b BW. Pas als er op grond van de CAO VVT geen recht bestaat op de transitievergoeding wordt teruggevallen op de wettelijke regeling van de transitievergoeding. Dat blijkt ook uit de tekst van lid 2 van artikel 9.7 van de CAO VVT. Thuiszorg X heeft niet betwist dat werkneemsters voldoen aan de voorwaarden van artikel 9.7 lid 3 van de CAO VVT, zodat in dit geval recht bestaat op de transitievergoeding op grond van de CAO VVT.