Rechtspraak
werknemer/werkgeefsterRechtbank Zeeland-West-Brabant, 1 mei 2017
werknemer/werkgeefster
Feiten
Werknemer is sinds 2010 in dienst. In de arbeidsovereenkomst is een Long Term Incentive Plan opgenomen (hierna: LTI). Op 10 juni 2016 is werknemer op non-actief gesteld. Werknemer vordert nakoming van de arbeidsovereenkomst door de ‘nul’ stelling van de aan werknemer toegekende en geaccepteerde aandelenopties te herroepen. De arbeidsrechtbank Antwerpen heeft de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbonden (AR 2018-0868).
Oordeel
Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter volgt uit artikel 12 van de arbeidsovereenkomst, nu daarin is opgenomen dat het akkoord wordt gegeven door het Compensation and Management Development Committee of het Board of Directors, dat het moederbedrijf als beoordelend comité optreedt. Daarnaast wordt in dat artikel aangegeven dat het verdere verloop van het LTI gaat volgens het bedrijf van ‘the Company’. Hiermee wordt niet werkgeefster, maar het moederbedrijf bedoeld. De LTI-regeling moet worden gekwalificeerd als aparte overeenkomst met het moederbedrijf. Werkgeefster kan derhalve niet gehouden worden de ‘nul’ stelling van de aandelen te herroepen. Werknemer wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn vorderingen.