Rechtspraak
Rechtbank Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 17 oktober 2017
ECLI:NL:RBDHA:2017:16591
werkneemster/Inter IKEA Systems B.V.
Feiten
Werkneemster is op 16 september 1997 in dienst getreden bij Inter IKEA Systems B.V. (hierna: IKEA). Op de arbeidsovereenkomst zijn mede van toepassing de door IKEA gehanteerde huisregels en de IKEA-cao. Eveneens gelden bij IKEA de gedragsregels van de Inter IKEA Group. In artikel 9 van de IKEA-cao is bepaald dat (1) aankopen met personeelskorting alleen door medewerkers met een personeelspas kunnen worden gedaan en dat (2) deze pas alleen voor persoonlijk gebruik is bestemd. Op 29 mei 2017 hebben enkele familieleden (de zus en de zwager) van werkneemster zich gemeld bij de kassa van een collega van werkneemster. Enige tijd later vervoegde werkneemster zich bij dezelfde kassa met het verzoek aan haar collega om de aankopen van haar familieleden af te rekenen met gebruikmaking van de personeelspas van werkneemster. Nadat de collega van werkneemster dit had gedaan, heeft laatstgenoemde de bon afgetekend. Op dezelfde dag is werkneemster door de HR-afdeling opgeroepen voor een gesprek. Na dit gesprek is werkneemster naar huis gestuurd. Op 3 juni 2017 is werkneemster op staande voet ontslagen. Werkneemster verzoekt thans vernietiging van het ontslag op staande voet.
Oordeel
Ontslag op staande voet onverwijld gegeven
Werkneemster stelt dat het ontslag op staande voet niet onverwijld aan haar is medegedeeld. De kantonrechter volgt werkneemster hierin niet. In de procedure staat vast dat de aan werkneemster verweten gedraging op 29 mei 2017 is vastgesteld (en door werkneemster is erkend), terwijl haar ontslag bij brief van 3 juni 2017 is aangezegd. Dit tijdsverloop is volgens de kantonrechter niet zodanig lang dat niet kan worden gesproken van een onverwijld gedane mededeling. IKEA heeft namelijk in de tussentijd een verdergaand onderzoek ingesteld, dat bestond uit: (1) het horen van werkneemster en directe betrokkenen; (2) het raadplegen van het personeelsdossier van werkneemster; (3) het uitlezen van gemaakte video-opnamen; en (4) het bieden van de gelegenheid aan werkneemster op de bevindingen IKEA te reageren.
Bekendheid met regels omtrent gebruik personeelspas en herhaald handelen
De kantonrechter is van oordeel dat werkneemster bekend was met de voor het gebruik van de personeelspas bij aankopen geldende regelingen zoals opgenomen in de cao, de huisregels en de gedragscode. Hierbij is van doorslaggevend belang dat werkneemster op de vragen van haar collega – of met het gebruik van de personeelspas voor haar familieleden geen problemen zouden ontstaan – heeft geantwoord dat problemen zouden uitblijven indien haar collega haar mond zou houden. De kantonrechter gaat ook voorbij aan het verweer van werkneemster dat het op grond van de cao is toegestaan cadeautjes tot een maximumbedrag van € 120 aan te schaffen en dat de aankoop van 29 mei 2017 binnen die bepaling valt. Van een dergelijke situatie is in het onderhavige geval geen sprake. Verder wordt gewicht toegekend aan de omstandigheid dat werkneemster op 2 januari, 5 februari en 22 februari 2017 ook tijdens werktijd aankopen met haar personeelspas heeft gedaan.
Zwaarwegend belang IKEA bij handhaving van regels
De kantonrechter merkt voorts op dat IKEA – in het kader van haar bedrijfsvoering – een zwaarwegend belang heeft bij de naleving van de bovengenoemde regelingen; zij moet erop kunnen vertrouwen dat haar medewerkers te goeder trouw de opdragen taken uitvoeren en integer gebruikmaken van de aan hen geboden faciliteiten. Hierbij is ook de precedentwerking die uitgaat van het gedrag van werkneemster van groot belang. Met inachtneming van deze omstandigheden, oordeelt de kantonrechter dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. Het verzoek om vernietiging wordt dan ook afgewezen.