Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 20 juli 2018
ECLI:NL:RBNHO:2018:6269
Crown Van Gelder B.V./werknemer
Feiten
Werknemer is op 29 maart 1993 in dienst getreden bij Crown Van Gelder B.V. (hierna: CVG). Sinds januari 2018 werkt werknemer tijdelijk, ter vervanging van een collega, fulltime in de storingsdienst. Op 10 januari 2018 heeft zich bij CVG een incident voorgedaan, waarbij twee medewerkers lichamelijk letsel hebben opgelopen. Als gevolg hiervan heeft de leiding van CVG in januari 2018 een bijeenkomst gehouden, waarbij is gesproken over het belang van het naleven van de binnen CVG geldende veiligheidsvoorschriften. Ook heeft een overlegvergadering met de ondernemingsraad plaatsgevonden en zijn werknemers door het Hoofd onderhoud gewaarschuwd dat een volgende overtreding van de veiligheidsvoorschriften tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst zal leiden. In de nacht van 9 op 10 april 2018 had werknemer storingsdienst. Hij was op dat moment verantwoordelijk voor het elektrisch afschakelen van een aantal installaties in het kader van een geplande machinestop. Op 12 april 2018 is het Hoofd onderhoud door middel van foto’s erover geïnformeerd dat vier afschakelingen, die op 10 april 2018 na 00.00 uur zijn uitgevoerd, niet volledig volgens de veiligheidsvoorschriften zijn gedaan. Werknemer is op diezelfde dag geschorst. CVG verzoekt thans ontbinding van de arbeidsovereenkomst; primair wegens verwijtbaar handelen en subsidiair wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Werknemer verzoekt een transitievergoeding en een billijke vergoeding.
Oordeel
Verwijtbaar handelen (e-grond)
De kantonrechter is van oordeel dat CVG onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat werknemer in de nacht van 9 op 10 april 2018 vier installaties niet volgens de geldende veiligheidsprocedures heeft afgeschakeld. Aan de foto’s kunnen geen gevolgtrekkingen worden verbonden, omdat niet kan worden vastgesteld dat deze op 12 april 2018 zijn gemaakt. Verder is van belang dat het op de weg van CVG had gelegen haar medewerkers bij herhaling op de veiligheidsvoorschriften te wijzen en bij overtreding hiervan een waarschuwing of sanctie te geven. Een startbijeenkomst waarbij is gewezen op het belang van veiligheidsvoorschriften, overlegvergadering met de ondernemingsraad en een waarschuwing van het Hoofd onderhoud is volgens de kantonrechter onvoldoende. Ook wordt rekening gehouden met de omstandigheid dat werknemer een dienstverband van ruim 25 jaar heeft. Het primaire ontbindingsverzoek wordt afgewezen.
Verstoorde arbeidsverhouding (g-grond) en transitievergoeding
Werknemer heeft op zitting verklaard dat hij zijn leidinggevenden niet meer vertrouwt en zodanig het gevoel heeft dat CVG van hem af wil dat hij verwacht dat partijen binnen korte termijn wederom bij de kantonrechter zullen zitten. Volgens de kantonrechter volgt uit deze verklaring dat sprake is van een onoverbrugbare vertrouwensbreuk tussen partijen. De arbeidsovereenkomst wordt derhalve per 1 december 2018 ontbonden. De transitievergoeding wordt vastgesteld op een bedrag van € 61.203,64 bruto.
Billijke vergoeding
Voorts oordeelt de kantonrechter dat de verstoring van de arbeidsverhouding in overwegende mate aan CVG is te wijten en dat haar hiervan een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Hoewel de gedragingen van werknemer geen ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen, heeft CVG desondanks op ontbinding aangestuurd. Verder is van belang dat CVG – gelet op het lange dienstverband en de leeftijd van werknemer – een minder verstrekkende maatregel had moeten opleggen. Verder wordt bij de berekening van de hoogte van de billijke vergoeding rekening gehouden met de omstandigheid dat werknemer een jaar geen vergelijkbaar inkomen zal verwerven. De billijke vergoeding wordt vastgesteld op € 50.000.