Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 1 oktober 2018
ECLI:NL:RBLIM:2018:9246
Collé Sittard Machinehandel B.V./werknemer
Feiten
Werknemer is op 1 augustus 2017 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (één jaar) bij Collé in dienst getreden in de functie van medewerker commerciële binnendienst. In de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst is in artikel 15 een non-concurrentiebeding en relatiebeding opgenomen. De arbeidsovereenkomst is op verzoek van werknemer per 1 juli 2018 beëindigd. Werknemer is sedert 2 juli 2018 bij BIA in dienst getreden in de functie van sales accountmanager regio Limburg. Collé vordert kort samengevat werknemer te verbieden werkzaamheden voor BIA te verrichten. In geschil is of het overeengekomen non-concurrentiebeding voldoet aan de wettelijke eisen van artikel 7:653 BW.
Oordeel
Juridisch kader
In de onderhavige zaak is sprake van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die is gesloten na 1 januari 2015. Onder de Wet werk en zekerheid kan een beding waarbij de werknemer wordt beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de overeenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn in beginsel alleen rechtsgeldig worden overeengekomen wanneer sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Voor zover een dergelijk beding desondanks wordt opgenomen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan dit alleen rechtsgeldig gebeuren als uit de bij dat beding opgenomen schriftelijke motivering van de werkgever blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen (art. 7:653 lid 1 sub a en lid 2 BW).
Niet voldaan aan motiveringsplicht
De kantonrechter is voorshands van oordeel dat Collé haar zwaarwegende bedrijfsbelangen bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst onvoldoende heeft geconcretiseerd en dat de noodzakelijkheid van het beding onvoldoende is toegelicht. Collé heeft weliswaar in artikel 15 een opsomming gegeven van bedrijfsgegevens waarin werknemer volgens Collé tijdens zijn dienstverband inzicht zal verwerven maar deze heeft een algemene strekking, is onvoldoende specifiek en is onvoldoende kenbaar toegesneden op de persoon van werknemer. Niet omschreven is om welke concrete klant- en prospectgegevens en marktbewerkingsplan het nu precies gaat, waarmee déze werknemer het bedrijfsdebiet van Collé daadwerkelijk in gevaar kan brengen, zodat het daarop gerichte non-concurrentiebeding absoluut noodzakelijk is. De door Collé ter zitting gegeven nadere motivering van de zwaarwegende bedrijfsbelangen, waaronder de prijzen die via tussenkanalen bedongen worden en de openheid van zaken en werksetting bij Collé, kan geen soelaas bieden. Er dient immers aan de motiveringsplicht bij het aangaan van het beding in de arbeidsovereenkomst te worden voldaan. Volgt afwijzing van de vorderingen van Collé.