Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/FNV
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 25 september 2018
ECLI:NL:GHDHA:2018:2555

werknemer/FNV

Werknemer is boventallig verklaard en vordert intrekking van zijn boventalligheid. In eerste aanleg wordt de vordering afgewezen. Het hof oordeelt dat afspiegeling niet correct heeft plaatsgevonden en kent de vordering tot vernietiging van het vonnis in eerste aanleg toe.

Feiten

Werknemer is op 3 december 2012 via Randstand gaan werken bij FNV Bouw. Per 1 juli 2015 heeft werknemer een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Met ingang van 1 januari 2015 zijn verschillende FNV-bonden gefuseerd tot één FNV, gelijktijdig is een reorganisatie gestart. Werknemer is per 27 augustus 2015 boventallig verklaard. Werknemer heeft bezwaar gemaakt bij de interne geschillencommissie en vervolgens een kort geding geëntameerd met als vordering intrekking dan wel opschorting van zijn boventalligheid. De vordering is afgewezen, omdat de kantonrechter van oordeel was dat werknemer niet ten onrechte boventallig was verklaard. Werknemer vordert in hoger beroep vernietiging van het vonnis en integrale toewijzing van zijn vorderingen.

Oordeel

Met grief 6 betoogt werknemer dat afspiegeling niet correct heeft plaatsgevonden. Het hof oordeelt dat FNV onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken dat voor de afspiegeling ten onrechte de functies van FNV bouw zijn samengevoegd met de functies van het regiokantoor van FNV bondgenoten. FNV heeft onvoldoende aangetoond dat na de fusie van 1 januari 2015, per de afspiegelingsdatum van 1 mei 2015, geen sprake meer was van verschillende bedrijfsvestigingen in de zin van artikel 4:2 van het Ontslagbesluit (oud) en de Beleidsregels Ontslagtaak UWV 2013. Hoewel ze geen aparte rechtspersonen meer waren, kon wel sprake zijn van verschillende bedrijfsvestigingen. Het kan zo zijn dat voor de toepassing van het afspiegelingsbeginsel verschillende bedrijfsvestigingen moeten worden samengenomen, maar dat was in dit geval niet zo. In het document ‘vragen en antwoorden over het plaatsingsproces’ blijkt dat voor de afspiegeling de hoofdkantoren samen dienen te worden genomen en de regiokantoren ieder apart. Dat het hoofdkantoor van FNV bouw samen ging met het regiokantoor FNV bondgenoten, maakt niet dat de clusterindeling daardoor anders zou moeten worden. Het hof oordeelt dat FNV de boventalligheid van werknemer dient in te trekken en FNV in strijd heeft gehandeld met het goed werkgeverschap.