Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 31 oktober 2018
ECLI:NL:RBOVE:2018:4120
werknemer/Stichting Mijande Wonen
Feiten
Werknemer is op 1 maart 2006 in dienst getreden bij Stichting Mijande Wonen (hierna: Mijande) en is vanaf 1 juli 2010 werkzaam geweest in de functie van directeur/bestuurder. In het voorjaar van 2018 bereikte de raad van commissarissen van Mijande ingevolge de klokkenluidersregeling klachten over het handelen van werknemer. De RvC verzocht hierop werknemer om een verklaring in een aantal kwesties, waaronder een transactie waarbij werknemer namens Mijande vastgoed had verkocht aan een derde (hierna: X) en de aanschaf van een nieuwe bedrijfsauto door werknemer. Na verklaringen van werknemer over deze kwesties heeft de RvC het vertrouwen in werknemer opgezegd. De RvC van Mijande heeft onderzoeksbureau Integis B.V. verzocht onderzoek te doen naar voornoemde kwesties. Na bespreking van het onderzoeksrapport met werknemer en zijn advocaat is hij op staande voet ontslagen. Werknemer verzoekt onder meer een verklaring voor recht dat het ontslag op staande voet ten onrechte is gegeven.
Oordeel
Met betrekking tot de autokwestie staat vast dat werknemer heeft erkend dat de door hem aangeschafte bedrijfsauto duurder was dan de voorgaande. Volgens werknemer zo’n € 3.000, volgens Mijande € 7.086,63. Welk bedrag het precies moge zijn, vast staat dat werknemer niet heeft voldaan aan een door de RvC gestelde voorwaarde dat de auto niet duurder mocht zijn dan zijn voorgaande bedrijfsauto. De kantonrechter volgt Mijande in haar standpunt dat sprake is van misleiding, onder meer gelet op de wijze van factureren. Immers, aan de RvC deelt werknemer mede dat hij de (goedkopere) Executive versie wil bestellen (van € 43.990) maar aan de leverancier geeft hij door dat hij de duurdere wil en dat de andere offerte is 'voor de verantwoording' en daarna volgt een ‘Baliefactuur’ waarop opties voor een bedrag van € 5.000 staan, precies het verschil tussen de Executive basisprijs en de InStyle basisprijs. De kantonrechter overweegt dat werknemer als directeur een voorbeeldfunctie heeft, zich te houden heeft aan de voorwaarden van de RvC en bovendien gehouden is transparant te handelen als het gaat om de aanschaf van een bedrijfsauto, in het bijzonder als de leverancier familie is. Met betrekking tot de vastgoedtransactie staat vast dat werknemer in strijd met de voorwaarde van de Autoriteit Woningcorporaties (die aangaf dat de door werknemer verkochte woningen verkocht moesten worden tegen minstens € 345.000 k.k.) namens Mijande drie appartementen heeft verkocht aan X voor € 340.000 v.o.n. en facturen van X onder de noemer ‘onderhoudskosten’ heeft geaccordeerd, terwijl die bedragen feitelijk zagen op het verschil tussen de overeengekomen koopsom van € 340.000 v.o.n. en de voorgeschreven koopsom van € 345.000 k.k. De kantonrechter volgt Mijande in de door haar geschetste gang van zaken in de twee kwesties, die hebben geleid tot het gegeven ontslag op staande voet. In beide kwesties stelt werknemer de zaken – bewust – formeel anders voor aan de toezichthouder (de RvC resp. de Autoriteit Woningcorporaties), terwijl ze materieel anders liggen. Er wordt niet transparant en juist gefactureerd, terwijl juist werknemer als directeur van een semipublieke instelling met een voorbeeldfunctie, kwesties als integriteit en transparantie hoog in het vaandel moet hebben en houden. Dit ligt extra gevoelig nu verscheidene incidenten bij andere instellingen voor de sociale verhuur hebben geleid tot wijziging van de Woningwet en de instelling van de Autoriteit Woningcorporaties. De kantonrechter is met Mijande van oordeel dat de gedragingen van werknemer in de twee kwesties zo ernstig verwijtbaar zijn dat ze het gegeven ontslag op staande voet kunnen dragen. De door werknemer geschetste privéomstandigheden begin 2018 zijn niet van invloed gebleken op het functioneren van werknemer ten tijde van het verrichten van de gedragingen en ook de persoonlijke gevolgen voor werknemer zijn, hoe ingrijpend ook, van onvoldoende gewicht om het ontslag op staande voet niet gerechtvaardigd te achten. Datzelfde geldt voor het feit dat werknemer verder blijkbaar als een goed bestuurder functioneerde. Ook is het ontslag onverwijld gegeven en medegedeeld. Vanwege het ernstig verwijtbaar handelen van werknemer is Mijande hem geen transitievergoeding verschuldigd.