Rechtspraak
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie Eindhoven), 10 januari 2019
ECLI:NL:RBOBR:2019:74
werkneemster/Politieke beweging DENK c.s.
Feiten
Werkneemster heeft zich in januari 2018 onder de vlag van Politieke beweging DENK (hierna: DENK Eindhoven) verkiesbaar gesteld voor de gemeenteraad Eindhoven. Vervolgens is werkneemster binnen DENK Eindhoven aan de slag gegaan in de betaalde functie van fractiemedewerker. Deze werkzaamheden heeft werkneemster verricht op basis van een arbeidsovereenkomst. Werkneemster heeft geen loon ontvangen voor de werkzaamheden die zij als fractiemedewerker heeft verricht. Op 6 september 2018 is er een einde gekomen aan de tussen werkneemster en DENK Eindhoven bestaande arbeidsovereenkomst. Werkneemster heeft om een billijke vergoeding conform artikel 7:681 BW en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging verzocht omdat haar arbeidsovereenkomst tijdens het gesprek op 6 september 2018 in strijd met artikel 7:671 BW is opgezegd. Ook verzoekt werkneemster tot betaling van het achterstallig loon. Werkgever c.s. hebben aangevoerd dat werkneemster zelf ontslag heeft genomen tijdens het gesprek.
Oordeel
Uit de door DENK Eindhoven overgelegde verklaringen blijkt duidelijk dat het werkneemster was die tijdens het gesprek op 6 september 2018 duidelijk en ondubbelzinnig aangegeven heeft te willen stoppen en niet meer voor DENK te willen werken. Dit kan niet als een emotionele opwelling van werkneemster gezien worden nu zij al langer met het idee speelde om weg te gaan bij DENK Eindhoven. Uit een WhatsApp-bericht van 27 augustus 2018 met de inhoud 'Mag ik mijn ontslag doorgeven' blijkt immers dat zij op die datum in feite al de beslissing had genomen. Nu werkneemster geen andere verklaring voor dit bericht gegeven heeft, kan hieruit niet anders worden afgeleid dan dat zij op dat moment al naar buiten kenbaar wilde maken weg te gaan bij DENK Eindhoven. Uit de voornoemde verklaringen volgt verder dat door X aan haar gevraagd is of ze echt weg wil en of ze door wil gaan als coördinator van DENK Eindhoven. Er moet daarom van uit worden gegaan dat er tijdens het bewuste gesprek op 6 september 2018 door DENK Eindhoven onderzocht is of werkneemster wel degelijk weg wilde. Naast de uitlatingen tijdens het gesprek op 6 september 2018 maken ook de gedragingen na het bewuste gesprek – namelijk: het inleveren van haar sleutel en pasje, het afscheid nemen uit en het verlaten van diverse WhatsApp-groepen, het vragen om een foto van haar te verwijderen van de DENK Facebookpagina en het feit dat zij zich pas op 28 september 2018 per brief van haar gemachtigde beschikbaar heeft gesteld voor werk – dat aangenomen moet worden dat werkneemster weloverwogen haar arbeidsovereenkomst heeft beëindigd. Nu werkneemster zelf haar arbeidsovereenkomst met DENK Eindhoven heeft beëindigd heeft zij ook geen recht op een billijke vergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging. Deze verzoeken worden dan ook afgewezen. Het verzoek tot het betalen van achterstallig salaris wordt wel gedeeltelijk toegewezen.