Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 12 juni 2018
ECLI:NL:GHAMS:2018:2090
De ondernemingsraad van IWAL instituten voor dyslexie B.V. en de onderenemingsraad van Luceratis/Lucratis
Feiten
Het bestuur van Lucertis heeft een besluit genomen tot aansluiting van IWAL bij de Parnassia groep. De ondernemingsraad heeft hierover geadviseerd. Bij IWAL is een soortgelijk besluit genomen. Binnen beide ondernemingen gelden andere arbeidsvoorwaarden. In februari 2015 is IWAL deel gaan uitmaken van de Parnassia Groep. Op 1 oktober 2015 heeft IWAL de ondernemingsraad verzocht te adviseren over de integratie van IWAL als afdeling binnen Lucertis. Tussen IWAL, Lucertis en de ondernemingsraad van IWAL is een intentieovereenkomst gesloten. Omdat nog niet duidelijk was wat de gevolgen zouden zijn van de integratie van IWAL binnen Lucertis, is afgesproken dat de ondernemingsraad van IWAL vooruitlopend op zijn advies toestemming geeft aan Lucertis tot implementatie van de gegevens van de medewerkers van IWAL. Op 1 januari 2016 is IWAL gefuseerd met Lucratis. Op 19 juni 2017 heeft de ondernemingsraad van IWAL een negatief advies uitgebracht over het voorgenomen besluit tot integratie van IWAL binnen Lucertis vanwege de personele gevolgen. Lucertis heeft op 13 september 2017 het besluit tot integratie van IWAL binnen Lucertis genomen. De ondernemingsraad van IWAL en van Lucertis hebben bij de Ondernemingskamer een verzoek ingediend om voor recht te verklaren dat Lucertis niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot het besluit tot integratie van IWAL als afdeling binnen Lucertis. Zij verzoekt Lucertis te gebieden het besluit in te trekken en de gevolgen ongedaan te maken.
Oordeel
Niet ter discussie staat dat de overname moet worden beschouwd als een overgang van onderneming als bedoeld in artikel 7:662 BW. Uitgangspunt is dat werknemers van rechtswege tegen dezelfde arbeidsvoorwaarden als voorheen in dienst van de verkrijger komen. Lucertis wil de arbeidsvoorwaarden harmoniseren, maar meent dat IWAL-medewerkers er per saldo niet op achteruit zullen gaan. De Ondernemingskamer oordeelt dat de ondernemingsraden hebben moeten begrijpen dat het niet de bedoeling was dat sprake was van cumulatie van arbeidsvoorwaarden, maar van harmonisatie. De Ondernemingskamer stelt vast dat de IWAL-medewerkers er wat betreft hun arbeidsvoorwaarden na de integratie op jaarbasis op vooruitgaan. Het bezwaar van de ondernemingsraden dat bij beide ondernemingen een verschillend aantal uren als 1 fte wordt aangemerkt, heeft niet ten gevolge dat er iets voor de IWAL-medewerkers is veranderd. Het is daarnaast voldoende aannemelijk dat er goede gronden zijn om een onderscheid te maken in functiebeschrijvingen. De gronden die door de ondernemingsraden zijn aangevoerd vormen dan ook geen grond voor toewijzing van het verzoek. Evenmin rechtvaardigt de wijze van totstandkoming van het integratiebesluit een toewijzing van het verzoek. Dat het lange tijd in beslag heeft genomen, maakt het traject nog niet onzorgvuldig. Slotsom luidt dat het verzoek van de ondernemingsraden wordt afgewezen.