Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 22 januari 2019
ECLI:NL:RBGEL:2019:384
werknemer/Truck Rebuilt Parts B.V.
Feiten
Werknemer is sinds 1 april 2005 in dienst bij Truck Rebuilt Parts B.V. (hierna: Truck Rebuilt) in de functie van revisiemonteur. Op 10 juni 2014 is werknemer uitgevallen wegens ziekte. Truck Rebuilt heeft tijdens de arbeidsongeschiktheid van werknemer gedurende twee jaar het salaris van werknemer doorbetaald. In oktober 2018 heeft werknemer aan Truck Rebuilt medegedeeld dat hij 100% arbeidsgeschikt was en per 19 november 2018 zijn werkzaamheden wilde hervatten. Truck Rebuilt heeft vervolgens aan werknemer medegedeeld dat zijn functie niet meer bestond, maar dat hij op basis van detachering aan de slag kon bij een ander bedrijf, te weten SHM Transmissies B.V. te Schiedam (hierna: SHM). Werknemer is op dit voorstel tot op heden niet ingegaan. Werknemer vordert veroordeling van Truck Rebuilt tot doorbetaling van loon en wedertewerkstelling in de eigen werkzaamheden.
Oordeel
De kantonrechter overweegt dat aangenomen moet worden dat de arbeidsplaats van werknemer per 1 januari 2017 is komen te vervallen en dat er ook geen andere functie voor werknemer bij Truck Rebuilt voorhanden is. Voorts staat vast dat werknemer vanaf 19 november 2018 volledig arbeidsgeschikt is voor zijn eigen werk bij, in ieder geval, een andere werkgever. Wegens de feitelijke onmogelijkheid uitvoering te geven aan het oppakken van de eigen werkzaamheden bij Truck Rebuilt, wordt de vordering tot wedertewerkstelling afgewezen. Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of Truck Rebuilt gehouden is het loon aan werknemer te betalen. Ter beantwoording van die vraag moet worden beoordeeld of Truck Rebuilt in redelijkheid van werknemer kon en kan verlangen dat hij de aangeboden werkzaamheden op detacheringsbasis bij SHM zal gaan verrichten alvorens aanspraak op loon te kunnen maken. Allereerst biedt artikel 4 van de arbeidsovereenkomst de mogelijkheid van overplaatsing naar een andere onderneming in overleg met werknemer, waarbij met zijn belangen rekening wordt gehouden. Afgezien daarvan is een werknemer onder gewijzigde omstandigheden gehouden een redelijk voorstel van de werkgever waarbij de arbeidsplaats wijzigt te aanvaarden, tenzij dat redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd. Dat sprake is van gewijzigde omstandigheden is voldoende aannemelijk geworden. Vervolgens dient beoordeeld te worden of het door Truck Rebuilt gedane voorstel een redelijk voorstel betreft. Werknemer heeft het voorstel van Truck Rebuilt afgewezen omdat de reistijd vanaf zijn woonplaats naar SMH te Schiedam aanmerkelijk langer is dan de reistijd vanaf zijn woonplaats naar Ede, waar Truck Rebuilt is gevestigd. Aangenomen moet worden dat de extra reistijd naar Schiedam zowel heen als terug circa 35 minuten bedraagt. Mede gelet op zijn gezinssituatie kon in redelijkheid niet van werknemer worden verlangd het voorstel te accepteren, gelet op de extra reistijd. Ter zitting heeft Truck Rebuilt evenwel aangeboden dat werknemer onder werktijd van en naar Schiedam mag reizen. Daarmee is dit voorstel, voorshands geoordeeld, aan te merken als een redelijk voorstel. Werknemer mag dit voorstel dan ook niet afwijzen. Aanleiding bestaat de termijn waarop werknemer het voorstel dient te accepteren te bepalen op één week na betekening van het vonnis. De loonvordering vanaf 19 november 2018 zal worden toegewezen tot één week na betekening van het vonnis.