Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer, de Stichting Kalorama/de Ondernemingsraad van de Stichting Kalorama te Beek
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 30 januari 2019
ECLI:NL:RBGEL:2019:365

werknemer c.s./de Ondernemingsraad van de Stichting Kalorama te Beek

De OR mocht de door Kalorama gesteunde werknemer als kandidaat voor de OR-verkiezingen weigeren omdat er in de desbetreffende kiesgroep geen vacature was en omdat er twee reservekandidaten waren, die bij de verkiezingen in hun kiesgroep niet waren gekozen.

Feiten

Werknemer is vanaf juli 2014 werkzaam bij Kalorama, laatstelijk in de functie van locatiemanager en manager behandeling, kennis en expertise. In het organogram behoort de functie van werknemer tot het management. Werknemer heeft van september 2015 tot februari 2016 als bestuurder ad interim gefungeerd samen met twee collega MT-leden. Hij is als zodanig lid geweest van de raad van bestuur van Kalorama. Werknemer heeft bij e-mail laten weten dat hij begrepen heeft dat de OR nog twee zetels vacant heeft en hij wil laten weten dat hij graag lid wordt van de OR. De OR heeft werknemer bericht dat er voor zijn kiesgroep op dit moment geen vacature bestaat en hij om deze reden niet kan worden benoemd tot lid van de ondernemingsraad. Werknemer tekent vervolgens schriftelijk bezwaar aan tegen de beslissing zijn kandidatuur niet om te zetten in een lidmaatschap. Daarin schrijft hij onder meer dat hij voldoet aan de drie in artikel 16 van het reglement voor de OR genoemde voorwaarden, dat de door de OR genoemde reden dat er geen zetel vacant is binnen de kiesgroep niet genoemd wordt in artikel 16 en dat er geen dwarsverbanden bestaan tussen zijn rol in de organisatie en ondernemingsraadswerkzaamheden. Kalorama heeft laten weten dat zij geen bezwaar heeft tot benoeming van werknemer als lid van de OR. De OR heeft het bezwaar afgewezen en heeft daarvoor aangevoerd dat de wijze van invulling van tussentijdse vacatures in de WOR is voorbehouden aan de OR zelf. De OR is – ook als aan alle drie de voorwaarden voldaan zou zijn – nog niet verplicht een geïnteresseerd personeelslid ook daadwerkelijk tot OR-lid te benoemen. Daarnaast bestaat in de kiesgroep van werknemer geen vacature en staat het de OR vrij om geen gebruik te maken van de afwijkingsmogelijkheid. Werknemer en Kalorama verzoeken de OR te bevelen werknemer te benoemen als lid van de OR.

Oordeel

Voor de afdeling Verzorgingshuiszorg hebben zich geen kandidaten aangemeld. Er zijn aldus twee lege zetels. Het had voor de hand gelegen dat Kalorama zich eerder dan in het kader van de kandidatuur van werknemer sterk had gemaakt voor invulling van de lege zetels door te wijzen op de reservekandidaten. Dat heeft zij niet gedaan. Het lijkt er dan ook op dat de kandidatuur van werknemer als hefboom wordt ingezet om de van weerszijden ervaren zeer moeizame verstandhouding aan de kaak te stellen. Dat is oneigenlijk. De OR heeft werknemer laten weten dat er voor zijn kiesgroep, de afdeling ondersteunende diensten, op dit moment geen vacature bestaat. Volgens werknemer hoeft dat geen beletsel te zijn omdat hij niet tot de kiesgroep ondersteunende diensten maar tot de kiesgroep Verpleeghuiszorg behoort. Dat werknemer werkzaam is op de afdeling Verpleeghuiszorg kan niet op basis van de enkele stelling dat hij daar voornamelijk werkzaam is, worden aangenomen. De OR mocht bij de beslissing over de kandidatuur van werknemer afgaan op de recent aan hem ter beschikking gestelde personeelslijst, op welke lijst werknemer ingedeeld is bij de afdeling ondersteunende diensten. Artikel 3 lid 1 bepaalt dat in geval van lege zetels van de methodiek van de kiesgroepen kan worden afgeweken. Dat heeft de OR niet gedaan. De kantonrechter leest in deze bepaling geen verplichting om af te wijken. Artikel 16 geeft een verkorte procedure in geval van opvulling van een vacature buiten de vierjaarlijkse verkiezingen. Die verkorte procedure is aan de orde mits er geen reservekandidaat van de laatstgehouden verkiezingen beschikbaar is. Die waren er wel. Dat betekent dat die reservekandidaten eerst betrokken hadden moeten worden. Nu de OR daar kennelijk niet voor heeft gekozen, stond het hem in de gegeven omstandigheden vrij om werknemer niet te benoemen. Het verzoek om dat alsnog te doen wordt dan ook afgewezen. Werknemer en Kalorama stellen ten slotte aan de orde dat er geen sprake is van een evenredige vertegenwoordiging van de zetels en dat de kiesgroepindeling onjuist is en bepleiten dat het reglement aangepast moet worden. Deze verzoeken zijn echter pas aan de orde als partijen over een en ander eerst onderling gesproken hebben en geen overeenstemming bereikt hebben. De kantonrechter wijst de verzoeken van werknemer en Kalorama af.