Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 17 oktober 2018
ECLI:NL:RBNHO:2018:11649
werknemer/DHL Global Forwarding Netherlands B.V.
Feiten
Werknemer is op 1 september 2017 in dienst getreden bij de rechtsvoorganger van DHL Global Forwarding Netherlands B.V. (hierna: DHL). De laatst beklede functie van werknemer was de functie van Operationeel Account Specialist. Op 18 april 2018 informeert werknemer DHL dat Seagate, de klant waarvoor werknemer werkt, het contract met DHL zal beëindigen en zijn functie vanaf midden juli zal komen te vervallen. Vervolgens heeft een gesprek plaatsgevonden tussen werknemer en DHL. In dit gesprek heeft DHL bevestigd dat de functie van werknemer zal komen te vervallen en is gekeken naar de huidige functie-inhoud van werknemer, zijn herplaatsingswensen en beschikbare functies. In dit gesprek is aangegeven dat er gedurende drie maanden naar herplaatsingsmogelijkheden zal worden gezocht. DHL heeft de functie van Customer Relation Specialist (hierna: CRS) als mogelijke herplaatsingsfunctie genoemd. In reactie heeft werknemer aangegeven deze functie niet als passend te beschouwen. Vervolgens ontvangt werknemer een formele plaatsingsbrief van DHL in de functie van CRS per 1 augustus 2018. Wederom heeft werknemer de functie van CRS geweigerd. Werknemer en DHL zijn verder niet tot een vergelijk gekomen. Werknemer vordert in kort geding dan ook wedertewerkstelling en doorbetaling van het loon.
Oordeel
Kort gezegd gaat het in deze procedure om de vraag of de door DHL aangeboden functie van CRS een redelijk voorstel betreft dat werknemer niet had mogen weigeren. Bij een bevestigend antwoord betekent dit dat werknemer de functie niet had mogen weigeren. Bij een ontkennend antwoord betekent dit dat DHL gehouden is tot betaling van het achterstallige loon. Ter beantwoording van die vraag toetst de kantonrechter aan het Stoof/Mammoet-criterium. Er wordt als volgt overwogen. Met het verliezen van de klant Seagate was er voor DHL in ieder geval voldoende aanleiding tot het doen van een voorstel aan werknemer. Seagate was immers de enige klant waarvoor werknemer werkte en zijn functie is per 6 juli 2018 komen te vervallen. Vervolgens komt de vraag aan de orde of het door DHL gedane voorstel redelijk is. Bekeken moet worden of de functie van CRS passend kan worden geacht. Daarbij moet artikel 9 lid 3 Ontslagregeling in acht worden genomen waarin is bepaald dat een functie passend wordt geacht als deze aansluit bij de opleiding, ervaring en capaciteiten van de werknemer. Ter zitting heeft werknemer voldoende aannemelijk gemaakt en is door DHL onvoldoende betwist dat de functie van CRS een functie is die op mbo-niveau ziet, terwijl de huidige functie van werknemer op hbo-niveau ziet. Voorts is voldoende aannemelijk gemaakt dat de werkzaamheden in de functie van CRS meer zien op administratieve werkzaamheden, terwijl werknemer in de functie van Operational Account Specialist op hoog niveau contact met de klant heeft en zich voornamelijk richt op het analyseren van data en de performance richting klanten. Dit betekent voor werknemer een achteruitgang ten aanzien van zowel opleiding, ervaring als zijn capaciteiten. Voorts is gebleken dat er vrijwel geen overleg of onderhandelingen mogelijk waren en het voor werknemer kiezen of delen was. De kantonrechter concludeert dat werknemer voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de functie CRS conform artikel 9 lid 3 Ontslagregeling niet aansluit bij opleiding, ervaring en capaciteiten van werknemer. Daarmee is de aangeboden functie van CRS geen redelijk voorstel van de zijde van DHL geweest en heeft werknemer de functie terecht geweigerd. DHL is ten onrechte overgegaan tot eenzijdige functiewijziging. De kantonrechter wijst derhalve de vordering van werknemer toe.