Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 2 april 2019
ECLI:NL:GHARL:2019:2911
werkgever/werkneemster
Feiten
Werkneemster is voor bepaalde duur van 1 augustus 2016 tot 1 maart 2017 bij werkgever werkzaam geweest. In de arbeidsovereenkomst is een geheimhoudingsbeding opgenomen. Bij brief van 17 januari 2017 heeft werkgever aan werkneemster medegedeeld dat haar tijdelijke arbeidsovereenkomst niet wordt voorgezet, maar van rechtswege eindigt per 28 februari 2017. Bij brief van 10 maart 2017 heeft werkgever aan werkneemster medegedeeld dat uit een ‘logfile’ is gebleken dat werkneemster alle relevante bedrijfsinformatie van werkgever naar een usb-stick heeft gekopieerd. Werkgever heeft erop gewezen dat zij daarmee het geheimhoudingsbeding heeft overtreden en de contractuele boete van € 10.000 heeft verbeurd. Uitbetaling van de eindafrekening is opgeschort in afwachting van de reactie van werkneemster op de brief. Op 25 april 2017 heeft werkgever een bedrag van € 2.188,24 betaald bij wijze van afrekening. Werkgever heeft conservatoir beslag gelegd op een bankrekening van werkneemster. Nadat werkneemster een bedrag van € 11.500 op de derdengeldenrekening van de advocaat van werkgever had gestort is het beslag opgeheven. De kantonrechter heeft de vordering van werkgever tot veroordeling van werkneemster tot betaling van € 10.000 afgewezen. Werkgever komt op tegen dit oordeel. De vordering van werkneemster tot betaling van de wettelijke verhoging over de eindafrekening wordt afgewezen. Werkneemster komt op tegen dit oordeel.
Oordeel
Partijen verschillen van mening over de uitleg van het geheimhoudingsbeding. Het hof toetst aan de Haviltex-norm. Het hof is van oordeel dat de kantonrechter terecht heeft geoordeeld dat van overtreding van het contractuele geheimhoudingsbeding geen sprake is. De arbeidsovereenkomst bevat uitsluitend een gebod om bijzonderheden met betrekking tot het bedrijf geheim te houden en, in het bijzonder, om gegevens uit de database met betrekking tot relaties en klanten niet aan te wenden (dat wil zeggen: te gebruiken) ten behoeve van derden of de werknemer zelf. Met het enkel bewaren van gegevens wordt geen geheim geschonden, noch kan het enkele bewaren van gegevens redelijkerwijs worden aangemerkt als een gebruik (aanwending) van die gegevens. In incidenteel appèl komt werkneemster op tegen het oordeel van de kantonrechter dat geen sprake is geweest van een te late betaling van de eindafrekening en er derhalve geen wettelijke verhoging verschuldigd is geworden. In de wet is bepaald dat in beginsel het loon moet worden voldaan na afloop van het tijdvak waarover het loon moet worden berekend. Betaling van hetgeen uit hoofde van de eindafrekening verschuldigd is, dient op dezelfde termijn plaats te vinden, derhalve aan het einde van de maand waarop het loon betrekking heeft. De wettelijke verhoging is derhalve toewijsbaar voor de periode van 4 maart 2017 tot 25 april 2017.