Rechtspraak
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 29 november 2018
ECLI:NL:RBDHA:2018:16241
werknemer/Blue Holding B.V c.s.
Feiten
Werknemer verzoekt de vernietiging van het aan hem gegeven ontslag op staande voet. Werknemer stelt daartoe dat hij werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst, die onterecht is opgezegd wegens een dringende reden. Die reden zou zijn gelegen in door werknemer gepleegd misbruik van de hem ter beschikking gestelde tankpas.
Oordeel
De eerste vraag die dient te worden beantwoord, is of tussen partijen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het antwoord op die vraag luidt ontkennend, en daartoe wordt als volgt overwogen. Allereerst rijst de vraag welke van beide verwerende partijen in de ogen van werknemer zelf dient te worden aangemerkt als zijn werkgever. Enig schriftelijk stuk waaruit dat kan blijken, is niet voorhanden. Verweerders hebben aangevoerd dat met werknemer een vorm van samenwerking in de schoonmaakbranche is afgesproken, na een eerder faillissement van vennootschappen waarvan (ook) werknemer directeur-groot aandeelhouder was. Met de curator van de gefailleerde vennootschappen is overeengekomen dat bepaalde activa uit de boedel door Blue zouden worden overgenomen, en dat werknemer op grond van opdracht werkzaamheden zou verrichten vanuit een nog op te richten vennootschap, Mammoet Holding B.V. Die vennootschap is opgericht, en de aandelen van deze vennootschap zijn aan werknemer overgedragen. Bij wege van voorschot op de na oprichting van Mammoet Holding B.V. door deze vennootschap aan werknemer te betalen managementvergoeding, zou (tijdelijk) door Multiservice een voorschot op de managementvergoeding aan werknemer worden betaald. Het is juist dat aan werknemer 'loonspecificaties' zijn verstrekt, maar dat is op verzoek gedaan van werknemer, die aldus in verband met zijn hypotheekaftrek aan de fiscus zou kunnen laten zien dat hij 'loon' genoot, aldus (samengevat) verweerders. Werknemer heeft het voorgaande niet, althans onvoldoende gemotiveerd weersproken. Gelet op het gemotiveerde verweer van verweerders had het op de weg van werknemer gelegen om feiten en omstandigheden aan te voeren waaruit zou kunnen blijken dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. Weliswaar heeft hij erop gewezen dat hij instructies kreeg van Multiservice, en dat hij met hem ook over verlof diende te overleggen, doch dat is, gelet op het hiervoor weergegeven verweer van Multiservice niet voldoende, omdat de kantonrechter met verweerders van oordeel is dat het geven van instructies en het overleg ook past in het kader van de door verweerders beschreven samenwerking en de daarbij behorende opdrachten. De voor een arbeidsovereenkomst vereiste gezagsverhouding is in hetgeen door werknemer is aangevoerd dus ontoereikend. Dat geldt ook voor de 'loonspecificatie'. Die loonspecificatie is afkomstig van Mammoet Holding B.V. Dat is niet een van de twee verweerders, zodat die loonspecificatie niet kan dienen als bewijs van een arbeidsovereenkomst met een van de verweerders. Dat sprake is van het voor een arbeidsovereenkomst vereiste 'loon' is met het beroep op de 'loonspecificatie' dan ook niet komen vast te staan. Ook uit de 'opleidingsovereenkomst' kan niet zonder meer worden afgeleid dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst bestaat, omdat een opleidingsovereenkomst, zonder toelichting, die ontbreekt, niets zegt over de vereisten waaraan moet zijn voldaan wil er sprake zijn van een arbeidsovereenkomst. De slotsom is dat werknemer zijn stellingen dat sprake is van een arbeidsovereenkomst onvoldoende heeft onderbouwd. Van een arbeidsovereenkomst is dus niet gebleken. Dat betekent dat de verzoeken (die alle het bestaan van een arbeidsovereenkomst veronderstellen) dienen te worden afgewezen.