Naar boven ↑

Rechtspraak

Werkneemster/Stichting ondersteuning Tweede Kamerfractie Partij voor de Vrijheid (PVV)
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 21 mei 2019
ECLI:NL:GHDHA:2019:1122

Werkneemster/Stichting ondersteuning Tweede Kamerfractie Partij voor de Vrijheid (PVV)

De PVV heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door werkneemster dubbele piketdiensten te laten draaien, zonder haar daarbij te ontlasten dan wel haar een vergoeding daarvoor te betalen. Toekenning van € 30.000 aan billijke vergoeding.

Feiten

Werkneemster is op 31 oktober 2011 in dienst getreden bij de PVV. Na indiensttreding is op verzoek van werkneemster een piketregeling ingevoerd. Werkneemster heeft zich op 31 januari 2014 ziek gemeld en is per 1 oktober 2014 volledig hersteld. Het loon werd in deze periode volledig doorbetaald. In een brief van 29 september 2014 schrijft de PVV aan werkneemster (en aan de andere werknemers) dat de bepalingen in de arbeidsovereenkomst met betrekking tot het doorbetalen van salaris en onkostenvergoedingen tot dat moment niet werden gehandhaafd, met als gevolg dat het loon en in veel gevallen ook de onkostenvergoeding voor 100 procent werden doorbetaald. Vanaf 1 november 2014 zullen de bepalingen in de arbeidsovereenkomst wel worden gehandhaafd. Vanaf oktober 2014 heeft werkneemster op verzoek van haar toenmalige collega zijn weekendpiketdiensten overgenomen. Ondanks een verzoek van werkneemster heeft de collega geweigerd zijn deel van de piketdiensten weer op te pakken. Werkneemster heeft de PVV een financieel voorstel gedaan tot vergoeding van de (extra) piketdiensten, de PVV heeft hier afwijzend op gereageerd. Op 18 juni 2016 is werkneemster ziek uitgevallen. De eerste maand is het loon volledig doorbetaald, daarna is 70 procent van het loon betaald. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst op grond van een verstoorde arbeidsverhouding ontbonden, onder toekenning van een transitievergoeding. Het verzoek om een billijke vergoeding is afgewezen. Werkneemster komt hiertegen in hoger beroep.

Oordeel

Het hof is met de kantonrechter van oordeel dat, gelet op alle omstandigheden van het geval, sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding, die ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. Werkneemster kan niet worden gevolgd in haar standpunt dat de vraag of sprake is van een ernstige en duurzame verstoring van de arbeidsrelatie (slechts) dient te worden beantwoord aan de hand van het aan de ontbindingsprocedure voorafgaande feitencomplex. De kantonrechter dient het ontbindingsverzoek te toetsen aan de hand van zowel de schriftelijke gedingstukken alsook het verhandelde op de mondelinge behandeling. Het hof is wel van oordeel dat de PVV ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en dat dit een billijke vergoeding rechtvaardigt. Gedurende de gehele periode van de dubbele piketdiensten – ruim anderhalf jaar lang op alle dagen van de week – was werkneemster als enige werkzaam voor een groot aantal PVV-Kamerleden. Werkneemster heeft bij herhaling aan de PVV te kennen gegeven dat de dubbele piketdiensten haar zwaar vielen omdat zij in haar avonden en weekenden geen rust meer had. Het hof is van oordeel dat wat de PVV stelt te hebben gedaan om werkneemster te ontlasten, bepaald onvoldoende is. Ook had het op de weg van de PVV gelegen om alsnog aan werkneemster een vergoeding aan te bieden voor de dubbele piketdiensten nadat zij daarom (bij herhaling) had gevraagd, aangezien sprake was van structureel overwerk in de zin van artikel 4.4 van de arbeidsovereenkomst. Aan werkneemster wordt een billijke vergoeding ter hoogte van € 30.000 bruto toegekend.