Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 18 juni 2019
ECLI:NL:RBGEL:2019:2717
werknemer/Centraal Boekhuis B.V.
Feiten
Centraal Boekhuis B.V. (hierna: CB) is een logistieke dienstverlener die integrale logistieke oplossingen biedt voor ondernemers in de Boeken- en Healthcare branche. CB heeft meerdere (opslag)locaties verspreid over een terrein in Culemborg. Werknemer is op 28 mei 2017 in dienst getreden van CB, aanvankelijk als logistiek medewerker en later als (leerling-)operator op de afdeling Fijndistributie. Laatstelijk was werknemer werkzaam als monteur bij de Technische Dienst. CB heeft op of omstreeks 10 december 2018 ontdekt dat er op haar naam en voor haar rekening twee, haar onbekende, bestellingen bij een van haar leveranciers, de Technische Unie, zijn gedaan. Op 24 december 2018 heeft CB ontdekt dat (circa) 65 e-readers van een klant die in het handmagazijn van Fijndistributie lagen opgeslagen, verdwenen waren. Daarop heeft CB van beide feiten aangifte bij de politie gedaan en is een (politie)onderzoek gestart. De politie heeft tijdens het onderzoek op de telefoon van werknemer de bij CB verdwenen en door werknemer via internet te koop aangeboden e-readers aangetroffen. Door de politie zijn ook goederen van CB bij werknemer thuis aangetroffen. Zondag 10 februari 2019 is werknemer door de politie aangehouden op verdenking van diefstal/verduistering en verkoop van goederen van CB en/of haar klanten. Ten tijde van de mondelinge behandeling was het Openbaar Ministerie (nog) niet tot vervolging overgegaan. Bij brief van 11 februari 2019 heeft CB de arbeidsovereenkomst met werknemer, wegens dringende reden, met onmiddellijke ingang opgezegd. Werknemer verzoekt de kantonrechter onder meer het gegeven ontslag op staande voet te vernietigen.
Oordeel
Het openen van de schuifpoort na een dienst in de nacht van 18 op 19 december 2018, het te koop aanbieden van een grote partij e-readers die bij CB in het magazijn lagen opgeslagen, de aangetroffen serie/typenummers op de telefoon van werknemer en, last but not least de weigering van werknemer de naam van degene van wie hij stelt de e-readers gekocht te hebben en de wisselende verklaringen over de reden van die weigeringen, leiden tot de conclusie dat CB voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat werknemer bij de verdwijning van de e-readers op enigerlei wijze betrokken is geweest, hetgeen een rechtsgeldige dringende reden voor een ontslag op staande voet oplevert. Ook indien zou moeten worden aangenomen dat werknemer bij de verdwijning van de e-readers niet betrokken was, levert, zoals door CB gesteld, de enkele weigering van werknemer om, nadat de verdwijning was geconstateerd en werknemer daarmee in verband werd gebracht, CB (destijds) desgevraagd de naam van degene van wie werknemer stelt deze e-readers gekocht te hebben, te geven, een dringende reden op. Van werknemer mocht in het kader van artikel 7:611 BW, goed werknemerschap, verwacht worden dat hij CB alle informatie gaf (en geeft) die kan bijdragen aan het oplossen van diefstal/verduistering van goederen uit het magazijn van CB. Het weigeren daarvan, zo stelt CB terecht, levert een zodanige vertrouwensbreuk op dat ook reeds om die reden van een geldige dringende reden sprake is. Nu van een rechtsgeldig ontslag op staande voet sprake is zal het verzoek van CB tot veroordeling van werknemer tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding moeten worden toegewezen.