Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 18 juni 2019
ECLI:NL:RBNHO:2019:5374
werknemer/MicroCash Retail B.V.
Feiten
Werknemer is op 17 juli 2018 in dienst getreden bij MicroCash op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot 17 juli 2020, laatstelijk in de functie van programmeur. Op 11 december 2018 heeft werknemer zich ziek gemeld bij MicroCash. Bij hem is een post-traumatische stressstoornis (PTSS) vastgesteld. Vanaf 1 februari 2019 heeft MicroCash geen loon meer aan werknemer uitbetaald. Werknemer vordert het loon vanaf februari 2019.
Oordeel
De kantonrechter begrijpt dat MicroCash twee redenen aanvoert voor het stopzetten van het loon, namelijk dat werknemer bij zijn sollicitatie bewust heeft verzwegen arbeidsongeschikt te zijn voor de functie die hij bij MicroCash heeft aanvaard en dat werknemer onvoldoende meewerkt aan zijn re-integratie. Niet kan worden vastgesteld dat werknemer op het moment van zijn sollicitatie met zijn ziektebeeld bekend was, laat staan dat hij wist, althans moest begrijpen, dat hij ongeschikt was voor de functie waarop hij solliciteerde. MicroCash heeft werknemer meermaals verzocht gezamenlijk een plan van aanpak op te stellen, maar werknemer heeft aangegeven hiertoe niet in staat te zijn. Alhoewel hieruit volgt dat werknemer de re-integratieverplichting niet nakomt, lag het op de weg van MicroCash om werknemer eerst duidelijk te wijzen op de verplichtingen die hij als zieke werknemer heeft, werknemer dringend te verzoeken (binnen een redelijke termijn) aan die verplichtingen te voldoen en werknemer erop te attenderen dat indien hij niet voldoet aan zijn verplichtingen, MicroCash ervan uitgaat dat werknemer ongeoorloofd afwezig is, en zal overgaan tot het stopzetten van het loon. MicroCash heeft hierdoor niet voldaan aan hetgeen in deze situatie van haar verwacht mocht worden. Gelet op het voorgaande komt de kantonrechter tot het oordeel dat MicroCash het loon van werknemer onrechtmatig heeft stopgezet.