Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 23 juli 2019
ECLI:NL:GHDHA:2019:1938
WICHARD S.A.S./werknemer
Feiten
In 2004 is werknemer een arbeidsovereenkomst aangegaan waarin een concurrentiebeding is opgenomen. Bij brief van 28 maart 2018 heeft werknemer zijn arbeidsovereenkomst opgezegd. Sinds 1 juli 2018 is werknemer werkzaam bij Selden Nederland. In eerste aanleg heeft Wichard veroordeling van werknemer verzocht tot nakoming van het in de arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentie- en relatiebeding. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen en daartoe overwogen dat de arbeidsovereenkomst en loonstroken als werkgeefster Wichard SA vermelden. De kantonrechter oordeelde dat Wichard met haar stelling dat Wichard SA sinds 2000 niet meer bestaat en dat het gaat om een typefout in een verouderde modelovereenkomst en haar verwijzing naar de vermelding ‘SAS’ onderaan de eerste bladzijde van de arbeidsovereenkomst, onvoldoende heeft onderbouwd dat zij (namelijk: ‘Wichard SAS’) en niet Wichard SA de werkgeefster is of dat werknemer had moeten begrijpen dat zij dat was. Wichard komt hiertegen in hoger beroep.
Oordeel
Op grond van de door Wichard in hoger beroep overgelegde stukken is voldoende aannemelijk geworden dat de vennootschap Wichard SA in 2002 is omgezet in de vennootschap Wichard SAS en dat daarom geen sprake is geweest van het naast elkaar bestaan van twee afzonderlijke Wichard-vennootschappen. Wichard heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de vermelding van Wichard SA in de arbeidsovereenkomst op een misslag berust en dat deze misslag redelijkerwijze ook voor werknemer kenbaar is geweest. Het verweer van werknemer dat het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken faalt. De vraag die vervolgens voorligt, is of werknemer door indiensttreding bij Selden het concurrentiebeding schendt. Het hof acht voldoende aannemelijk de beide ondernemingen als elkaars concurrent moeten worden aangemerkt. Het door werknemer aangevoerde kwaliteitsverschil en daarmee corresponderende prijsverschil staat daaraan niet in de weg. Werknemer overtreedt dan ook zijn concurrentiebeding met indiensttreding bij Selden en de vordering is toewijsbaar. Werknemer heeft in reconventie nog vernietiging dan wel schorsing van de bedingen verzocht. De vordering tot schorsing wordt toegewezen, met ingang van 1 januari 2020. Onbeperkte handhaving brengt naar het voorlopig oordeel van het hof mee dat werknemer in verhouding tot het te beschermen belang van Wichard onbillijk wordt benadeeld.