werkneemster/X

Feiten

Werkneemster is in 2001 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) X. De cao Contract Catering (hierna: de cao) is van toepassing op haar arbeidsovereenkomst. Werkneemster was werkzaam in het bedrijfsrestaurant van onderneming A voor 15 uur per week. Op 29 augustus 2016 heeft Y de catering ten behoeve van voormeld bedrijfsrestaurant overgenomen van X. Dit geldt ook voor het personeelsbestand. Werkneemster is onderwerp van een juridisch geschil tussen X en Y over de vraag wie haar werkgever is vanaf 29 augustus 2016. X en Y verschillen van mening over de uitleg van artikel 10 van de cao. Zowel X als Y heeft geweigerd het loon vanaf datum overname aan werkneemster te voldoen, met dien verstande dat Y het loon over de periode september tot en met december 2016 'vrijwillig' heeft doorbetaald aan werkneemster. Vanaf januari 2017 heeft werkneemster geen loon meer ontvangen. Werkneemster heeft in eerste aanleg onder meer gevorderd hoofdelijke veroordeling van X en Y tot betaling van de sinds 1 januari 2017 ontstane verplichtingen tot salarisbetaling. De kantonrechter heeft de vorderingen van werkneemster toegewezen. X vordert in hoger beroep onder meer vernietiging van het vonnis en dat het hof, opnieuw rechtdoende, de vorderingen van werkneemster jegens haar afwijst.

Oordeel

Werkneemster heeft van X naast Y – kort gezegd – nakoming gevorderd van de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst die zijn ontstaan na 1 januari 2017. De tweede zin van artikel 7:663 BW bepaalt dat bij een overgang van onderneming de oude werkgever nog gedurende een jaar na de overgang naast de nieuwe werkgever hoofdelijk aansprakelijk is voor de nakoming van de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst, die zijn ontstaan vóór dat tijdstip. Het hof overweegt dat de aansprakelijkheid van X dan is beperkt tot verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst die zijn ontstaan tot de datum van de overgang van onderneming, namelijk 29 augustus 2016. Aangezien werkneemster betaling vordert van verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst vanaf 1 januari 2017 is X niet gehouden deze verplichtingen te voldoen. Voor zover werkneemster haar vordering heeft beoogd te gronden op de stelling dat zij ook na 1 januari 2017 nog in dienst was van X verwerpt het hof die stelling. Op grond van de in deze zaak naar voren gebrachte feiten en omstandigheden moet het ervoor gehouden worden dat sprake is van overgang van onderneming en dat artikel 10 lid 3 van de cao dit ook als uitgangspunt neemt voor de situatie dat sprake is van een 'contractswissel'. In deze zaak is niet komen vast te staan dat duidelijk was dat werkneemster als gevolg van haar arbeidsongeschiktheid niet meer ten behoeve van het cateringcontract werkzaam zou (kunnen) zijn, zodat de uitzondering van artikel 10 lid 2 van de cao niet van toepassing is. Uit het voorgaande volgt dat de kantonrechter ten onrechte de vorderingen van werkneemster ten aanzien van X heeft toegewezen.